Gelukkig zijn, dat willen we allemaal wel! Maar wat betekent geluk voor jou? Waar word jij gelukkig van? En hoe beïnvloed je jouw geluk? Van de week mocht ik daar met mijn mentorklas (vmbo) eens goed over nadenken. Tenslotte kent elke mentor wel die ene leerling met hangende schouders en een timide blik of juist die ene leerling die altijd stralend door de school heen fladdert. Maar hoe kom je verder dan een snelle: “Hoe gaat het met je?”. De les “Geluk” van Tumult heeft mij en mijn vmbo-klas geholpen om het thema geluk bespreekbaar te maken. Want leren kan pas starten als je goed in je vel zit en als mentor ben jij de spin in het web voor een ‘gelukkige’ mentorklas. Deze blog geeft mijn ervaringen weer en een paar leuke extra tips voor een snelle draai aan jouw mentorles.
1. Gelukscijfer
De les opent met het vaststellen van jouw geluksgevoel middels een cijfer van de individuele leerlingen en vervolgens met die van de totale klas. Voor mij als mentor gaf mij dit zo veel informatie over hoe de klas er voor staat en een cijfer zegt soms meer dan duizend woorden. Bij een hoog cijfer kun je heel mooi doorvragen over welke klassenomstandigheden er direct voor zorgen dat de klas zich gelukkig voelt. Bij een cijfer waar nog verbetering in zit, kun je vragen wat er verbeterd moet worden om tot een beter cijfer te komen. Ook heb ik, in tegenstelling tot wat er in de Tumultles stond, de leerlingen hun naam bij hun gelukscijfer laten schrijven. Één meisje gaf zichzelf een flinke onvoldoende, wat ik echt niet had zien aankomen. Toch wel even schrikken dat ik niks had gemerkt en tijd voor een goed mentorgesprek. De leerling gaf aan dat ze haar werkelijke gevoel nooit aan andere mensen liet zien, maar nu eindelijk de opening voelde om het toch te delen. Bijzonder wat één zo’n briefje kan doen. De briefjes daarna wel met zorg bewaren of misschien beter: versnipperen en weggooien.
Hoe gelukkig zijn jouw leerlingen eigenlijk? Doe de mentorscan en de leerlingscan en werk samen aan een gelukkige klas. Vraag de gratis scans hier direct aan.
2. Geluksdoel
Leerling kunnen zelf heel veel invloed hebben op hun eigen geluksgevoel. Met de les Geluk oefenen de leerlingen in de vmbo-klas met positief denken. Hierbij heb ik de leerlingen gevraagd om hun positieve gedachte voor deze week op een post-it te schrijven. Bijvoorbeeld: “Deze week haal ik een voldoende voor Engels.” of “Deze week lukt het mij om elke dag op tijd te komen.”. Deze post-it moesten de leerlingen op een plek die ze veel zien plakken, zoals op hun telefoon, agenda of boven hun bed. Leuk om de volgende les te starten met de vraag of ze hun geluksdoel hebben behaald en of de post-it hielp om hun positieve gedachten vast te houden.
3. Maak het persoonlijk
Als afsluiter heb ik een extra moment genomen om het persoonlijk te maken. Ik stelde de vraag: “Wat kan ik als mentor doen om jullie gelukkiger te maken op school?”. Best een kwetsbare vraag, want wat als leerlingen zouden zeggen: “Alles!” of “Een nieuwe mentor voor ons zoeken”? Nee, dat zeiden de leerlingen (gelukkig) niet, maar ook dan is dit het moment om jouw rol als mentor bespreekbaar te maken. Want dat is mijn taak als mentor: een gelukkige klas creëren. Om het veilig te houden, kregen de leerlingen één minuut in stilte om hun ideeën op te schrijven en spraken we af dat verbeterpunten geven mag, maar afkraken niet. De leerlingen lazen één voor één hun ideeën op. Vaak kon ik direct betekenisvol zijn bij hulpvragen als: “een nieuw boek wiskunde regelen” of “een extra mentorgesprekje inplannen”, maar soms is het lastiger als je als mentor niet direct kunt helpen. Toch geeft het altijd stof tot nadenken. Neem hoe dan ook altijd alle tips mee en koppel gedane zaken terug naar de leerlingen. Want tenslotte doen we het voor hen!