Digitale geletterdheid: geen vanzelfsprekende vaardigheid

Gepubliceerd op: 2 juli 2018
Door: Petra Jonker

De digitale wereld heeft niet stilgestaan. Niet alleen zijn er nieuwe technologieën bijgekomen, ook is er meer onderzoek gedaan naar digitale geletterdheid. Onlangs organiseerde Kennisnet een conferentie over digitale geletterdheid, waar wetenschappers en onderwijzers hun nieuwste inzichten uit onderzoek en onderwijspraktijk met ons deelden. Wat zijn de opvallendste inzichten die voorbijkwamen?

1. Slechts een derde jongeren voldoende digitaal geletterd

Martina Meelissen en Maaike Heitink van de Universiteit Twente onderzochten de digitale geletterdheid van jongeren. Conclusie? Slechts een derde van de jongeren (14-jarigen) is voldoende digitaal geletterd; twee derde scoort een onvoldoende. Zorgelijk, aangezien digitale geletterdheid niet alleen nodig is voor leren en werken, maar ook om je te kunnen redden in de maatschappij.

Ook de digitale informatievaardigheden (het verzamelen, beoordelen, verwerken en presenteren van digitale informatie) van kinderen en jongeren laat te wensen over. Met name leerlingen op de basisschool en op het vmbo lopen vast op het gebruiken van strategieën tijdens het zoeken en verwerken van digitale informatie. Juist voor deze leerlingen is het belangrijk om digitale geletterdheid in de toekomst nog meer zichtbaar te maken en te duiden, zodat ze gerichter geholpen kunnen worden in het ontwikkelen van deze vaardigheden.

2. Aansluiten bij ontwikkeling van jongeren

De ontwikkeling van kinderen en jongeren is de belangrijkste voorspeller van mediagebruik en media-effecten. Dat blijkt uit onderzoeken van Patti Valkenburg, universiteitshoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam. Hoe kunnen opvoeders en onderwijzers kinderen en jongeren helpen bij het ontwikkelen van digitale vaardigheden? Door twee principes te hanteren:

  • gematigde discrepantie
  • de zone van de naaste ontwikkeling

Kort door de bocht betekent dit dat “alles moeilijk is voordat het makkelijk wordt”. Je leert het beste als je iets doet dat een stapje moeilijker is dan wat je al kunt (zone van naaste ontwikkeling). Voor opvoeders en onderwijs is het belangrijk om te observeren waar kinderen en jongeren mee bezig zijn en wat hen interesseert op het gebied van media, om vervolgens daarbij aan te sluiten (proactieve monitoring). De grootste uitdaging hierbij is dat de cognitieve ontwikkeling van jongeren niet gelijk loopt met hun sociaal-emotionele ontwikkeling! De cognitieve ontwikkeling van 15-jarigen is bijvoorbeeld vergelijkbaar met dat van volwassenen, maar hun sociaal-emotionele ontwikkeling niet. Vooral op het gebied van zelfcontrole en zelfbeheersing – die ze nodig hebben bij mediagebruik – moeten zij nog vaardigheden ontwikkelen.

3. Didactiek nodig voor leren programmeren

Felienne Hermans is gepromoveerd in software engineering en richt zich nu op hoe je (kinderen) leert programmeren. Felienne behoort tot de groep autodidacten die zichzelf hebben leren programmeren. Via boeken, want in haar jeugd stond internet nog in de kinderschoenen. Toen Felienne de vraag kreeg om een groep Rotterdamse kinderen te leren programmeren, vroeg ze zich af: hoe doe je dat? Hoe leer je kinderen programmeren? Felienne kwam tot de conclusie dat we eigenlijk nog helemaal niks weten over hoe je leert programmeren, terwijl er voor ‘leren lezen’ hele leerlijnen en didactieken bestaan. Maar als het leren lezen al zoveel tijd en begeleiding kost, wat betekent dit dan voor het leren programmeren? De hoogste tijd om een didactiek voor leren programmeren te ontwikkelen, vindt ze. In de wereld van vandaag is programmeren macht, omdat je hiermee invloed kunt uitoefenen op hoe de wereld eruitziet. Denk maar aan Airbnb en hoe deze digitale marktplaats de binnenstad van Amsterdam heeft veranderd.

4. Zo doe je dat in de praktijk

Tjeerd van den Elsen, leerkracht van het jaar en Tessa Zadelhoff van het Kinderpersbureau deelden tijdens de conferentie manieren waarop je kinderen kunt laten leren en creëren met digitale media. Uitgangspunt hierbij is dat elk kind wil leren en creëren en je hierbij goed gebruik kunt maken van digitale media. Zo laat Tjeerd zijn leerlingen radio maken en hebben is op de scholen van Tessa Zadelhoff een echt kinderpersbureau in het leven geroepen.

Jeroen Clement houdt zich via zijn project Verborgen Familieverleden bezig met betekenisvol en motiverend onderwijs. Hij laat leerlingen hun eigen familieverleden onderzoeken, waarbij ze vaardigheden ontwikkelen, zoals digitale geletterdheid. Denk hierbij aan research/zoekvaardigheden, beoordelen/kritisch lezen, kennis van digitale tools, kennis van databases, online samenwerken en presenteren. Ook vaardigheden van hogere orde komen aan bod, zoals analyseren, evalueren, synthetiseren en produceren.

Conclusie

Voor mij was de belangrijkste boodschap van deze conferentie: digitale geletterdheid is geen vanzelfsprekende vaardigheid! Daarom kan geen enkel domein in het curriculum zich onttrekken aan digitale geletterdheid. We moeten zorgen voor integratie binnen en tussen de verschillende leergebieden en aandacht hebben voor verschillen in het onderwijs. De inspirerende voorbeelden helpen om digitale geletterdheid handen en voeten te geven. Dit alles om ervoor te zorgen dat leerlingen succesvol zijn in leren en werken en actief kunnen deelnemen aan de hedendaagse (kennis)maatschappij én aan de toekomstige maatschappij.

In het lesmateriaal studievaardigheden en de lesbrieven van Tumult proberen we voldoende aandacht te besteden aan digitale geletterdheid. Om jongeren dit aan te leren, moeten leraren wel een bepaalde mate van vaardigheid hierin hebben. Daarom willen we met Edutrainers digitale geletterdheid onder leraren vergroten. Hoe werkt jouw school hieraan? Deel je ervaringen in een reactie onder deze blog!

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search