Co-mentorschap: hoe zorg je voor een goede overdracht?

Op de gemiddelde middelbare school heeft elke klas een stuk of tien verschillende vakdocenten, waarvan één ook mentor van de klas is. In sommige gevallen is echter spraken van twee mentoren: een co-mentorschap. In deze blog vertel ik over een belangrijk aspect van een co-mentorschap, namelijk de overdracht. Waarom is die belangrijk en hoe zorg je voor een goede uitvoering daarvan?

In mijn eigen klas ben ik voortdurend met overdracht bezig; in het basisonderwijs is overdracht veel gangbaarder door de vele parttimers die er werken en door hoe het po is vormgegeven. Omdat het voortgezet onderwijs anders is vormgegeven, ziet overdracht er daar vaak anders uit. Binnen het mentoraat lijkt het echter veel op de overdracht in het basisonderwijs. Daarom een aantal tips uit die praktijk.

1. Maak duidelijke afspraken

Als je als co-mentoren niet op één lijn zit, gaan jullie een lastig jaar tegemoet. Natuurlijk hoeven jullie het niet over alles eens te zijn, maar zorg dat je afspraken maakt over een aantal basiszaken. Denk daarbij aan het omgaan met te laat komen, inleveren van opdrachten, herkansingen, enzovoort. Daarmee voorkom je onduidelijkheid in de loop van het schooljaar en kun je meer energie besteden aan lesgeven!

2. Communiceer!

De kern van veel problemen bestaat uit miscommunicatie of gebrek aan communicatie. Dat kunnen jullie mooi voorkomen door met elkaar actief te communiceren! Dat kan natuurlijk op de klassieke manieren (bellen of mailen), maar je kunt het ook anders doen. Bijvoorbeeld zo:

• Voer regelmatig videogesprekken.

Misschien ben je al bekend met Skype, FaceTime of Hangouts, maar een andere handige tool hiervoor is Appear.in. Veerle schreef hier eerder een blog over.

• Werk samen in een online document of een online map.

Met Dropbox, OneDrive, Google Drive of OneNote, bijvoorbeeld (zie ook deze blog). Maak voor iedere leerling een document aan en schrijf eventuele bijzonderheden hierin. Je co-mentor kan aan de bewerkingsdatum zien of je een document bewerkt hebt en dus of of er een update is over een leerling. Voeg ook een algemeen document toe, met bijzonderheden over de hele groep.

• Zoek een vast overlegmoment.

Misschien hebben jullie een gedeelde werkdag. Of wonen jullie dicht genoeg bij elkaar in de buurt om elke twee weken samen koffie te drinken (let op dat je die tijd later compenseert!). Grijp die momenten aan om samen te overleggen over belangrijke zaken.

3. Spreek verwachtingen uit

Wat verwacht je co-mentor van jou en wat verwacht jij van je co-mentor? Als je dat aan het begin van het schooljaar naar elkaar uitspreekt, weet je wat je de rest van het jaar te wachten staat. Verwacht je co-mentor elke dag een update en vind jij dat niet haalbaar? Dat kun je het best direct bij de start van het jaar van elkaar weten!

4. Leer van elkaar

Sta open voor de ideeën, ervaringen, tips en feedback van elkaar. Op die manier kun je met en van elkaar leren. Werkt de overdracht bijvoorbeeld niet helemaal zoals je het bedacht had? Misschien heeft je co-mentor een ander idee, waarmee jullie de boel weer goed draaiend krijgen.

5. Heb plezier!

Het mentoraat is natuurlijk vooral heel erg leuk. Je leert de leerlingen beter kennen, ontdekt de verschillende thuissituaties en bent hun steun en toeverlaat wanneer dat nodig is. Dat is genieten, vooral als je het ook nog met iemand kunt delen! Stuur elkaar leuke anekdotes, begin de overdracht met een quote van een leerling of laat de leerlingen meedenken over wat je moet overdragen. Dan krijg je de leukste verhalen waar jullie beiden plezier aan zullen beleven!

Ben je co-mentor (geweest) en heb je tips over de overdracht die je wilt delen? Hoe heb jij de overdracht in de co-mentoraat vormgegeven? Laat een reactie achter en deel jouw ervaring! Wie weet kan ik er wat van opsteken!