6 vuistregels voor effectief beeldgebruik in leermateriaal

Gepubliceerd op: 13 maart 2013
Door: Sandra Huigen

Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. Gaat dit cliché ook op voor leermateriaal? Feit is dat onze hersenen visuele informatie gemakkelijker verwerken dan tekstuele informatie. Dat gegeven kun je benutten door leerstof te begeleiden met illustraties. Het resultaat? Je leerlingen leren effectiever!

Een leermiddel is geen glossy of reclamefolder. Natuurlijk is het mooi meegenomen als het materiaal er visueel aantrekkelijk uit ziet, jongeren zijn daar gevoelig voor. Maar te veel nadruk op esthetiek gaat ten koste van het leerrendement. Ga dus zorgvuldig om met beeld. Daar zijn een paar simpele vuistregels voor.

6 vuistregels voor effectief beeldgebruik in leermateriaal1. Woord en beeld: een krachtige combinatie
Leerlingen verwerken leerstof beter als je tekst verrijkt met beelden (het multimedia principe). Historische gebeurtenissen gaan bijvoorbeeld meer leven als je ze ondersteunt met een visuele tijdlijn. En een illustratie maakt het makkelijker om te begrijpen hoe ons zonnestelsel in elkaar zit.

2. Beperk de afstand tussen tekst en illustratie
Zet tekst en illustratie altijd zo dicht mogelijk bij elkaar, in ieder geval op één scherm of één pagina (het ruimtelijke nabijheidprincipe). Lerenden leggen op die manier gemakkelijker het verband tussen woord en beeld. Met duidelijke onderschriften versterk je die relatie nog eens.

3. Plaatjes vullen geen gaatjes
Beperk het gebruik van plaatjes als pure opvulling, bijvoorbeeld in de vorm van sfeerfoto’s of grappige cartoons. Als illustraties puur decoratief en niet relevant zijn, leiden ze af van de inhoud. Leerlingen verwerken de stof optimaler zonder deze visuele afleiding (het coherentie principe).

4. Combineer beeld met gesproken woord
Een plaatje bekijken en tegelijkertijd een tekst erbij lezen, belast het werkgeheugen. Beide soorten informatie komen namelijk binnen via het visuele kanaal. Beeld bekijken en daarbij een audio-uitleg horen, gaat daarentegen moeiteloos. Je verwerkt de informatie dan effectief via twee kanalen (het modaliteitsprincipe). Bij online leermiddelen bereik je dus een optimale leerervaring als je beeld met gesproken woord combineert, zoals in dit voorbeeld over het spijsverteringskanaal.

5. Denk na over de didactische functie
Een foto, een plattegrond, een animatie, een grafiek … Wanneer gebruik je welk soort beeld? Dat hangt af van wat je wilt bereiken. Wil je bijvoorbeeld uitleggen hoe een orkaan ontstaat? Dan is een schematische weergave het meest geschikt. Wil je laten zien wat de impact van een orkaan is in het dagelijks leven, dan kies je eerder voor een foto. Terwijl een infographic zich weer eerder leent voor statistieken.

6. Gebruik beeld in je opdrachten
Tot slot, beperk je niet tot illustraties bij de leerstof. Afbeeldingen bieden juist ook interessante en creatieve mogelijkheden als onderdeel van een opdracht. Denk aan foto’s verbinden met begrippen, plaatjes in de juiste volgorde zetten of topografie leren met een puzzel van de wereld. Gegarandeerd meer leerplezier!

Gebruik jij de mogelijkheden van beeld optimaal in je leermateriaal?

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search