De thuisopdracht bestaat uit het bespreken en opschrijven van een gebruiksaanwijzing voor het omgaan met eigen emoties zoals angst, blijdschap, boosheid en verdriet. Leerlingen doen dit in overleg met een volwassene uit hun omgeving, zodat ze inzicht krijgen in hoe emoties bij hen zichtbaar zijn en welke steun of aanpak ze waarderen. In de daaropvolgende les wordt klassikaal nabesproken hoe dit proces verliep en welke inzichten het opleverde.