“Waarom moeten we deze les doen?”
“Ik maak mijn huiswerk niet meer, het helpt me toch niet.”
“Als ik honger heb, moet ik toch gewoon wat kunnen eten?”
“Ik snap er niks van, jij kan echt niet uitleggen.”
Allemaal herkenbare uitspraken van leerlingen, die ons volwassenen soms enorm op onze zenuwen kunnen werken of kunnen overkomen als zorgwekkend, maar wat zit er eigenlijk achter? En wanneer is het echt problematisch en wanneer hoort het bij de ontwikkeling? In deze blog lees je wanneer iets normaal pubergedrag is en wanneer er misschien meer aan de hand is.
Puberbrein en grenzen opzoeken
Allereerst is het belangrijk te weten hoe het puberbrein werkt. Tijdens de puberteit ontwikkelt het brein zich, met name het gebied waar dingen zoals plannen en impulscontrole worden geregeld. Dit gebied heet de prefrontale cortex. Tel daar de gierende hormonen in het lichaam bij op en je begrijpt steeds beter waarom pubers doen zoals ze doen. Tijdens de puberteit leren pubers waar grenzen liggen, wat hun normen en waarden zijn, wie ze zelf zijn en ook wie ze willen zijn. Er gebeurt heel veel in dat koppie. De aard van deze ontwikkelingsfase betekent dat ze openstaan voor veel verschillende ervaringen en dus ook meer risico nemen. Koppel daaraan het brein dat in ontwikkeling is en een puber kan best wel eens over een grens heen gaan. Maar bedenk dan: alleen zo leren ze wat die grens precies is. Pubers leren door te ervaren, dus als ze over een grens heen gaan en er is een consequentie, zullen ze het wellicht nog een keer proberen, maar dan weten ze ook wel zeker waar die grens ligt.
Lees ook ‘Mythes en misverstanden over pubers: ze snappen de wereld nog niet‘
Pubergedrag en emotieregulering
Het is lastig te beoordelen wanneer het over een grens heen gaan van een puber echt problematisch is. Naast dat de prefrontale cortex nog vol in ontwikkeling is, overheerst tijdens de puberteit het limbisch systeem (ook wel: zoogdierenbrein). Dat is het gebied van onder andere emoties en emotieregulering. Pubers zijn enorm emotionele wezens, die nog aan het leren zijn hoe ze hier woorden aan kunnen geven. Het pubergedrag is een weerspiegeling van wat er in het hoofd van de puber zelf omgaat. Een puber die minder goed in zijn vel zit, zal zich anders gedragen dan een puber die zich goed voelt. Zoals net beschreven, leren pubers nog hoe ze woorden aan hun emoties kunnen geven. Wanneer dit niet lukt, is het logisch dat hun emoties zich weerspiegelen in hun gedrag; dat is de makkelijkste oplossing op sommige momenten. Zie dus vooral wat een puber doet of zegt als een inkijkje in wat er in ze omgaat en vraag er met nieuwsgierigheid, zonder oordeel, verder naar. Zo blijf je met elkaar in verbinding en weet de puber dat jij er bent als hij of zij echt in de problemen zit.
Lees ook ‘Mythes en misverstanden over pubers: onverschilligheid‘
Aanhoudend grenzen overschrijden
Het gaat er dus niet om dat we kijken naar wat normaal of problematisch gedrag is bij pubers. De puber zien en zien wat er achter dat pubergedrag zit, is belangrijk in het signaleren van eventueel echt problematisch gedrag. Er zijn gedragingen die tijdens de puberteit vaker kunnen voorkomen, zoals zwartrijden, pesten of graffiti spuiten. Hoewel dit gedrag is wat je natuurlijk wilt begrenzen, is het geen directe indicatie van blijvend en zorgwekkend gedrag. Volgens onderzoek van Menno Enzinga (2009) is het belangrijk dat we ons bewust zijn van de ontwikkelingsstadia van pubers, waarbij bepaald grensoverschrijdend gedrag hoort. Volgens Enzinga begint het te schuren wanneer de ontwikkeling van een puber stagneert. Dit zorgt voor wrijving, waardoor ze niet goed meekomen met leeftijdsgenoten. Dat vergroot vervolgens de kans dat een puber het grensoverschrijdende gedrag voortzet. In verbinding staan met je leerlingen geeft jou het inzicht in waar de leerlingen in hun ontwikkeling staan en of het gedrag zorgwekkend is of gewoon puberaal. Niet het gedrag zelf dus, maar het zien van de ontwikkeling van de puber zijn belangrijk in signaleren of gedrag zorgwekkend is.
Sociaal-emotionele vaardigheden
De puberteit is een periode van strijd en zonneschijn voor de puber zelf, waar je als mentor een bijdrage aan kan leveren. De volgende keer als een leerling je op de zenuwen werkt, bedenk dan: wat zou er allemaal gebeuren in dat hoofd? En weet vooral: het is niet persoonlijk. Hoe kan je nou als mentor jouw leerlingen ondersteunen in hun ontwikkeling? Het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden, zoals je inleven in een ander, helpt pubers daarbij. Onze werkboeken Sociaal-Emotionele Vaardigheden geven jou als mentor de juiste handvatten om hiermee aan de slag te gaan. Het daarnaast zien van je leerlingen en in verbinding blijven helpt jou als mentor te signaleren wanneer je moet ingrijpen of wanneer je het kan laten. Hoe je in verbinding blijft, leer je in de training Leerling motiveren: talenten activeren van onze Academy.