Handige tools #10: digitale woordwebs

Gepubliceerd op: 16 oktober 2014
Door: Veerle van Pinxteren

Woordwebs, woordspinnen, woordwolken… Er wordt min of meer hetzelfde mee bedoeld: je plaatst een vraag of centraal thema in het midden en schrijft er gerelateerde woorden omheen. Woordwebs zijn al sinds jaar en dag een mooie didactische werkvorm voor het activeren van voorkennis. In deze tiende blog over handige tools, bespreek ik twee simpel te gebruiken tools waarbij je al je leerlingen tegelijk kunt laten samenwerken aan een woordweb.

Handvatten nodig voor het aanleren van vaardigheden als samenwerken en leren leren? Bekijk ons aanbod voor studievaardigheden!

Waarom ook al weer voorkennis activeren?
Voorkennis activeren bij je leerlingen zorgt ervoor dat hun hersenen ‘startklaar gemaakt worden’ voor het (nieuwe) onderwerp. Nieuwe informatie kunnen leerlingen vervolgens beter begrijpen en onthouden. Ook is het voor jezelf als docent handig om te weten wat je leerlingen al wel en niet weten over het onderwerp. Zo kun je beter aanhaken bij het niveau van je leerlingen. Ook kunnen eventuele misvattingen over het onderwerp bijgesteld worden.

Ik presenteer je eerst mijn twee favoriete tools, daarna kort iets over de voordelen van digitale woordwebs en afsluitend een paar praktische lesideeën.

Tools

Answergarden

Zo werkt het:

  • Je hoeft geen account aan te maken
  • Klik op ‘Create AnswerGarden’
  • Bedenk een thema of vraag en vul deze in
  • Volg de rest van de stappen
  • Deel de link naar je AnswerGarden met anderen, zodat zij hun ideeën kunnen toevoegen. Voeg bijvoorbeeld iets toe in de woordwolk die ik maakte, dan zie je meteen hoe het werkt!

Mentimeter
Zo werkt het:

  • Maak eerst een account aan
  • Klik op ‘Create question’ op je dashboard
  • Bedenk een titel
  • Bedenk een vraag
  • Kies voor ‘Open ended question’
  • Klik ‘Allow voters to vote more than once’ aan, om ervoor te zorgen dat leerlingen meer dan één antwoord kunnen toevoegen.
  • Door vervolgens op ‘Start presentation’ te klikken, verschijnt de website (govote.at) en de code die de leerlingen moeten invullen in hun browser.

De antwoorden verschijnen direct in beeld. Dat werkt als een sterke aandachtsrichter heb ik gemerkt in mijn eigen les!

Waarom digitaal?

Natuurlijk kun je een woordweb gezamenlijk op het schoolbord maken of in groepjes. Maar digitale woordwebs hebben een aantal voordelen ten opzichte van de traditionele woordwebs. Iedereen draagt bijvoorbeeld tegelijkertijd bij aan het woordweb met behulp van zijn/haar smartphone, laptop of tablet. Hierdoor verschijnen de antwoorden direct op het bord. Bovendien worden de resultaten direct verwerkt weergegeven: antwoorden die vaker voorkomen, worden groter weergegeven dan de andere antwoorden. Daarnaast kun je de resultaten opslaan en delen, bijvoorbeeld op de ELO. Handig, als je er later nog eens op terug wilt komen.

Idee voor in de les: 1. Voorkennis activeren

Een woordweb, of het nou digitaal of op papier is, is hartstikke handig voor het activeren van voorkennis. Dit kun je in de les doen. Of thuis! Geef voorafgaand aan de les de leerlingen de link zodat ze als huiswerk hun voorkennis activeren. De resultaten presenteer en bespreek je vervolgens aan het begin van de les.

Download een digitaal proefexemplaar Studievaardigheden voor vmbo, vmbo-t/havo of havo/vwo

Idee voor in de les: 2. Voorkennis en… ‘nakennis’!

Je kunt met je leerlingen een woordweb maken aan het begin van een nieuw hoofdstuk, om de voorkennis te activeren. Maar hetzelfde kun je natuurlijk als afsluiting doen! Geef leerlingen dezelfde vraag of opdracht als aan het begin. Vergelijk daarna de twee woordwebs: wat zijn de opvallendste verschillen? Hebben de leerlingen veel bijgeleerd? Kennen ze meer woorden, meer verschillende woorden, of meer gerelateerde thema’s bij dit onderwerp?

Idee voor in de les: 3. Mening vragen

Vraag je leerlingen naar hun mening over een bepaald onderwerp via deze tool. Een makkelijke manier om iedereen aan het woord te laten!

Idee voor in de les: 4. Brainstormen & samenwerken

Verdeel de klas in groepjes van +/- 4 leerlingen en laat verschillende groepen over verschillende onderwerpen brainstormen/nadenken. Maak hiervoor voor elke groep een ander woordweb aan. Denk bij aardrijkskunde bijvoorbeeld aan voorkennis activeren over verschillende aspecten van een land: demografie, geologie, economie, politiek etc. Of bij het gezamenlijk organiseren van een mentoruitje: ochtendactiviteit, middagactiviteit, vervoer, eten & drinken.

Een andere mogelijkheid is om de klas in (grotere) groepen te verdelen. Maak voor elke groep een ander woordweb aan. Laat de groepen over hetzelfde onderwerp nadenken en vergelijk daarna de verschillende woordwebs. Wat zijn de opvallendste overeenkomsten en verschillen?

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search