Uitbreiding lesbrief Start je onderzoek als een prof!

Gepubliceerd op: 16 april 2019
Door: Mijke Reuhl

Of ze nu een geschiedeniswerkstuk maken of een natuurkundig practicum voorbereiden: leerlingen hebben vaak genoeg iets te onderzoeken. Dat is mooi, want uit onderzoek blijkt dat onderzoeksgericht leren het leren op een dieper niveau brengt. Het leidt tot beter plannen, kritisch denken, flexibele probleemoplossingsstrategieën en transfer van kennis. Maar een goed onderzoek kan niet zonder een goede onderzoeksvraag. Met de lesbrief Start je onderzoek als een prof! gaan leerlingen deze daarom formuleren.

Studievaardigheden en het doen van onderzoek

De lesbrief kun je gebruiken om leerlingen een onderzoek te laten voorbereiden binnen jouw vak. De volgende stap is om ze het onderzoek te laten doen. Hiervoor hebben leerlingen verschillende vaardigheden nodig, zoals plannen, leerstrategieën, informatievaardigheden, en samenwerken. Hebben ze al gewerkt aan deze studievaardigheden? Dan kunnen ze die dus mooi inzetten als ze hun onderzoek gaan uitvoeren. Werk je met ons lesmateriaal studievaardigheden, pak dan bijvoorbeeld de stappenplannen over informatievaardigheden erbij, of die over presenteren, als je wilt dat leerlingen hun resultaten met de klas delen. Zo zorg je ervoor dat leerlingen de geleerde vaardigheden in de praktijk leren toepassen.

Klassikaal oefenen met onderzoeksvragen

Wil je de klas extra laten oefenen met het formuleren van onderzoeksvragen? Doe dan bijvoorbeeld een klassikale quiz. Laat hiervoor voorbeelden van goede en slechte onderzoeksvragen zien op het digibord. Leerlingen stemmen: is de vraag een goede onderzoeksvraag, ja of nee? Bespreek waarom ze dat vinden en stel eventueel samen met de klas een lijst van criteria op waaraan een goede onderzoeksvraag moet voldoen.

Deelvragen opstellen

Hebben je leerlingen het formuleren van een onderzoeksvraag onder de knie? Dan kun je ook een stapje verder gaan: deelvragen opstellen. Deelvragen helpen om de hoofdvraag te beantwoorden en moeten voldoen aan de volgende criteria:

  • Ze zijn minder complex dan de hoofdvraag.
  • Ze zijn nodig om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
  • Ze bestaan uit één onderdeel.
  • Het zijn vaak beschrijvende of vergelijkende vragen.
  • Ze staan in een logische volgorde.

Neem bijvoorbeeld de onderzoeksvraag ‘Wat gebeurt er als water kookt?’. Leerlingen bedenken zo veel mogelijk deelvragen die deze onderzoeksvraag helpen te beantwoorden, bijvoorbeeld ‘bij hoeveel graden kookt water?’ of ‘hoe ziet water eruit als het kookt?’. Vervolgens stemmen ze op de deelvragen die ze het beste vinden.

Laat je leerlingen het onderzoek daarna in groepjes uitvoeren: ieder groepje beantwoordt zijn eigen deelvraag. Als ieder groepje een antwoord op de deelvraag heeft gevonden bespreek je deze klassikaal. Formuleer op basis van de antwoorden op de deelvragen een gezamenlijk antwoord op de onderzoeksvraag. Op deze manier ervaren je leerlingen het nut van deelvragen en begrijpen ze hoe deze bijdragen aan het beantwoorden van de onderzoeksvraag.

Hoe gaat het formuleren van onderzoeksvragen bij jou in de klas? Laat het weten in een reactie onder deze blog!

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search