Al ruim voor Nina’s 4e verjaardag gingen we bij veel basisscholen langs, op zoek naar de ‘ideale’ school voor onze dochter. Altijd leuk: betrokken meesters en juffen, sfeer van gemeenschappelijkheid en liefde voor leren. We kozen uiteindelijke de Amsterdamse 15e Montessori. Daarbij gaf Maria Montessori de doorslag. Maar, wat maakt haar nou precies tot één van mijn onderwijshelden?
Ik weet nog dat de directrice van de 15e Montessori me liet zien hoe leerlingen leerden rekenen: met kralen en rekenstaafjes. Ze legde me uit hoe dat werkte met losse kralen van allerlei kleuren en hoe je die kon inruilen voor een tiental. Ik begreep dat leerlingen geen algoritme leerden, maar inzicht kregen in hoe het tientallig stelsel werkte. Vanuit ‘kralen in je handen hebben’ naar begrip: prachtig!
In al die jaren dat Nina op 15e Montessori zat, en ook later op de middelbare Montessori, ben ik enthousiast gebleven, ondanks ook kritische noten. En ondanks het feit dat in de afgelopen jaren ‘Maria Montessori’ steeds meer is ingewisseld voor ‘Cito’. Altijd ben ik blijven geloven in de uitgangspunten van het Montessorionderwijs.
‘Help mij het zelf te doen’
Volgens Maria Montessori hebben mensen een natuurlijke drang tot zelfontplooiing en leren. Het is de kunst om dat als school en als docent goed te begeleiden en op het juiste moment het juiste leermateriaal aan te bieden. Leerlingen werken individueel of in kleine groepjes aan ‘werkjes’ die ze zelf gekozen hebben.
Montessori materiaal: ‘werkjes’
Maria Montessori was oorspronkelijk arts (de eerste vrouwelijke in Italië in 1896) en werkte na haar afstuderen in het Santo Spirito-ziekenhuis in Rome met kinderen die beperkt waren in hun verstandelijke ontwikkeling. Ze ontwikkelde voor die kinderen ‘materiaal’ om te laten voelen, zien, horen en ruiken, en op die manieren hun achterstand in te lopen. Op basis daarvan ontwikkelde ze later materiaal voor scholen. Nog steeds worden kralenstaafjes (voor rekenen), letterdozen (voor taal), cilinderblokken en botaniekaarten gebruikt. Dat doen leerlingen dan niet aan een bureautje, maar op een werkkleedje dat ze op de vloer leggen.
Leren op het juiste moment
Maria Montessori geloofde in intrinsieke motivatie en spontane belangstelling van leerlingen. Maar per leerling verschilt het wanneer en op welk moment je er klaar voor bent om iets te leren. Zo hoorde ik eens van een docent dat leerlingen voor de Kerst meer taalontwikkeling doormaakten, en daarna juist meer rekenen leerden. In het Montessori onderwijs is deze differentiatie een vast onderdeel in de lerarenopleiding en in het begeleiden van leerlingen.
Maria Montessori is een van mijn onderwijshelden. Wie zijn de jouwe?