De les start met een energizer waarbij leerlingen persoonlijke kenmerken delen en elkaars verschillen leren waarderen. Vervolgens geven leerlingen aan waarbij ze hulp zouden willen en ontdekken ze van elkaar wie hen daarbij kan ondersteunen. Aan het eind van de les maken ze concrete afspraken over hoe ze elkaar gaan helpen, en reflecteren ze op overeenkomsten en verschillen binnen de klas.