Week van de Hoogbegaafdheid: “Dé hoogbegaafde leerling bestaat niet”

Gepubliceerd op: 11 maart 2019
Door: Sandra Huigen

Elke leraar kan in de klas te maken krijgen met hoogbegaafde leerlingen. Hoe herken je deze leerlingen? En waar moet je rekening mee houden als je hen lesgeeft? We vroegen het voor deze Week van de Hoogbegaafdheid aan Lineke van Tricht, specialist in onderwijs en begeleiding voor (hoog)begaafde jongeren en oprichter/eigenaar van Bureau Talent.

Wat is hoogbegaafdheid?

BureauTalent - Lineke van Tricht
Lineke van Tricht

“Dat lijkt een makkelijke vraag, maar dat is het niet. Er is niet één definitie van hoogbegaafdheid te geven. Sommigen vinden een IQ van 130 of hoger het criterium. Een veelgebruikte definitie is die van Joseph Renzulli. Hij noemt mensen hoogbegaafd als ze bovengemiddeld intelligent zijn, creatief zijn in het oplossen van problemen en toegewijd zijn.”

Waaraan herken je een hoogbegaafde leerling?

“Dé hoogbegaafde leerling bestaat niet. Betts en Neihart hebben zes verschillende profielen van hoogbegaafde leerlingen beschreven: de autonome, de aangepast succesvolle, de uitdagend creatieve, de onderduiker, de dubbel bijzondere en de risicoleerling. Wat al deze leerlingen gemeen hebben is dat ze bovengemiddeld intelligent zijn. Vaak hebben ze een sterk rechtvaardigheidsgevoel en willen ze begrijpen waarom ze bepaalde lesstof moeten leren. Veel hoogbegaafde leerlingen denken ook anders en hebben daarom moeite met de manier waarop lesstof in boeken of in de les behandeld wordt. En de meeste van hen hebben intelligente humor! Daar kan ik erg van genieten.”

Welke misvattingen of vooroordelen over hoogbegaafden bestaan er?

“Dat ze wel slimmer zijn, maar sociaal achterlopen. Dat is niet waar. Het gebeurt wel dat hoogbegaafde leerlingen moeite hebben om aansluiting te vinden bij leeftijdsgenoten, maar dat is vaak omdat die leeftijdsgenoten hen niet begrijpen. Ze vinden soms meer aansluiting bij wat oudere leerlingen of volwassenen. Ze lopen sociaal dus niet achter, maar eerder voor.”

Wat kunnen we leren van leerlingen met hoogbegaafdheid?

“Dat het boeiend is om de wereld en het systeem school anders te bekijken. Hoogbegaafde leerlingen komen vaak met heel andere oplossingen voor problemen, omdat ze vanuit andere perspectieven kijken. Het zijn voor vakdocenten vaak hele leuke leerlingen, omdat ze veel weten en nog meer willen weten – als ze je vak interessant vinden.”

Kun je drie tips geven voor het omgaan met hoogbegaafde leerlingen?

“Als ik drie tips mag geven, zouden dat deze zijn. Eén: met oprechte interesse kun je veel leren over en van je hoogbegaafde leerlingen. Dus ga open het gesprek met ze aan, zoals in een socratische dialoog. Twee: kijk kritisch naar de lesstof. In welke opdrachten komt de lesstof bij elkaar? En welke opdrachten zijn eigenlijk alleen maar bedoeld om te checken of ze tekst gelezen hebben? Durf te schrappen wat ze niet echt nodig hebben. En drie: durf flexibel om te gaan met het systeem school. Kleine aanpassingen, zoals compacten, verrijken, alternatieve opdrachten of versneld examen doen, kunnen al heel veel betekenen.”

Hoe ga jij om met hoogbegaafde leerlingen in je klas? Herken je het beeld dat Lineke schetst? Deel je ervaringen in een reactie hieronder!

Meer weten over hoogbegaafdheid?

Op 10 april organiseert de Stichting IQplus een symposium over hoogbegaafdheid. Lineke zal de avond openen en er zijn meer interessante sprekers die hun kennis en ervaring over het onderwerp delen. Meer weten? Bekijk meer informatie over het symposium op de website van de stichting.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search