Jouw mentormoment #3: ‘Inlevingsvermogen en luistervaardigheid als mentor’

Gepubliceerd op: 30 maart 2022
Door: Angelica Ettema

Als mentor wordt er veel van je verwacht. Naast het lesgeven moeten we onze oren en ogen continu open hebben staan. Maar misschien nog wel belangrijker zijn onze voelsprieten. Kun je je als mentor blijven inleven in de puber van tegenwoordig? Of staan je voelsprieten uit en is de chemie tussen jou en de leerling weg? Ben je alleen nog bezig met je vak of maak je ook tijd voor emotie en gevoelens?

Een huilende leerling

“Het is onrustig in de pauze. Ik merk het als ik met mijn koffie richting mijn lokaal loop. Onrustig is het wel vaker, maar deze keer hangt er iets in de lucht. Ik zie vanuit mijn ooghoek een paar meiden met elkaar knuffelen. Van de meidengroep valt mij één meisje specifiek op. Ze huilt. Het is Sanne en ze huilt bijna nooit.

Mijn les begint. Iedereen is op tijd, behalve Sanne. Na 10 minuten gaat de deur open en met dikke betraande ogen komt Sanne binnen. Ze is te laat. Ik voel dat ik daar op dit moment niks over moet zeggen.

Klasgenoten vragen Sanne waarom ze te laat is. Ze reageert niet. Sanne loopt naar de tafel vooraan en gaat zitten. Ze pakt haar spullen uit haar tas. Haar etui valt open op de grond en ze vloekt. Ik geef haar een knipoog en knik haar geruststellend toe. Ondertussen vervolg ik mijn uitleg aan de klas. Ik laat Sanne even met rust.

Na de uitleg begint de klas met de tekenopdracht. Sanne heeft nog geen potloodlijn op papier staan. Ik buig naar voren en fluister: ‘Kan ik je ergens mee helpen? Lukt het wel?’ Ze geeft geen antwoord. Dan kijkt ze me aan en vraagt: ‘Mag ik naar de wc?’ Meestal zou ik dat niet toelaten. In dit geval zeg ik echter dat het mag, maar dat ze niet te lang weg moet blijven.”

Verdriet en opluchting

“Er gaan weer 10 minuten voorbij en Sanne is nog niet terug. Ik krijg het gevoel dat ze ook niet terug gaat komen. Ik vang de gesprekken tussen de leerlingen op, zonder dat ze het in de gaten hebben. Mijn voelsprieten staan aan. De gesprekken gaan niet over Sanne. Mijn gevoel zegt dat ik naar haar op zoek moet gaan en ik zeg de klas dat ik even naar de printer loop en zo terug ben.

Via de hal loop ik naar het toilet. Geen Sanne. Ik loop door het gebouw en vraag collega’s of ze Sanne gezien hebben. Niemand heeft haar gespot. In de aula zie ik Sanne echter ineens tegen een muurtje aan zitten. Ze is helemaal alleen en huilt. Ik vraag haar of ze weer terug naar de les wil of dat ze iets anders nodig heeft. Ze snikt en komt niet uit haar woorden. Als ik haar vraag of ze wil vertellen waarom ze verdrietig is, komt het hoge woord eruit: ‘Hier… hier heeft hij het uitgemaakt. In de pauze net… hier, bij dit muurtje.’

Dan valt bij mij alles op zijn plek. Ik voel als eerste opluchting. Opluchting omdat het in mijn ogen geen ‘groot’ probleem is. Ik voel ook bevestiging. Het klopte dat ik haar even met rust moest laten. Meteen ook besef ik me dat het leven van Sanne helemaal op de kop staat. Dat de grond onder haar voeten weggezakt is. En dat ze deze dag totaal geen focus meer gaat vinden. Zoveel verdriet, zoveel tranen en zo ontzettend van slag. Wie ben ik om op dit moment van haar te verwachten dat ze geconcentreerd met de tekenopdracht aan de slag gaat?”

Vrij tekenen als troost

“Ik troost haar door mijn hand kort op haar schouder te leggen. Ik voel dat ze rustiger wordt. Ze kijkt me aan en zegt dat ze weer mee naar de klas zal gaan. Tijdens de korte wandeling zeg ik haar alleen nog dat ik haar gevoel snap. ‘Kijk maar even of het lukt om nog iets te schetsen. En als het niet lukt, snap ik het ook.’ Ze knikt.

In de resterende 30 minuten van de les tekent Sanne van zich af. Mooie schetsen. Ze passen totaal niet bij het thema waar we mee bezig zijn en als ik stiekem over haar schouder meekijk zie ik dat het vooral schetsen zijn met een jongensnaam erin. Sommige van de schetsen zijn met dikke zwarte strepen doorgekrast…

Als de bel gaat en iedereen vertrekt, kijkt Sanne me aan en zegt zachtjes ‘dank je wel’ en ik weet weer eventjes dat mijn voelsprieten nog werken.”

Jouw voelsprieten als mentor

“Een goede mentor luistert en geeft vertrouwen. Hoe zit het met jouw inlevingsvermogen als mentor? Maak je weleens emotionele situaties in de klas mee en hoe reageer jij daarop? En hoe reageren andere leerlingen hierop?

Liefdesverdriet of andere relatieproblemen kunnen natuurlijk voorkomen bij je leerlingen. Wil je graag met je klas werken aan thema’s als liefde, geluk en identiteit? Bekijk dan nu onze leerlijn Sociaal-emotionale vaardigheden voor in de bovenbouw of vraag hier een gratis proefexemplaar aan.”

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search