De les begint met het bedenken van toetsvragen bij verschillende vakken om inzicht te krijgen in het soort kennis dat wordt gevraagd. Daarna leren leerlingen onderscheid maken tussen toetsen waarbij ze moeten kennen, begrijpen of toepassen, en koppelen ze hier passende leermethoden aan zoals flitskaarten, mindmaps of oefentoetsen. De les sluit af met een klassikale nabespreking waarin leerlingen ideeën uitwisselen en noteren welke strategieën ze zelf willen gebruiken.