In deze opdracht gebruiken leerlingen een tekst uit hun leerboek om te oefenen met het maken van een kolommenschema. Ze starten klassikaal, werken daarna in tweetallen en ronden af met een individuele samenvatting. De docent kan de gemaakte schema’s klassikaal bespreken of individueel feedback geven, zodat leerlingen leren welke informatie echt belangrijk is.