De les begint met een inventarisatie van hoe leerlingen nu woordjes leren, gevolgd door een korte uitleg van vijf leerstrategieën. In groepjes proberen leerlingen elk één strategie uit op een lijstje Deense woorden, waarna ze worden overhoord. De resultaten worden besproken en er wordt gereflecteerd op welke methode het meest effectief is – en waarom er geen universele beste aanpak is.