De les start met een klassikale inventarisatie van hoe leerlingen op dit moment woordjes leren. Daarna werken vijf groepjes elk met een andere leerstrategie, zoals het maken van kaartjes, hardop oefenen of visueel leren, en vergelijken ze na afloop de effectiviteit via een overhoring. De les eindigt met een klassikale reflectie op wat wel of niet werkt en het bespreken van het stappenplan voor effectief woordjes leren, inclusief spreiding en herhaling.