Zorgeloos de zorgplicht uitvoeren

Gepubliceerd op: 12 november 2014
Door: Astrid van Pelt

Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, worden sinds begin van dit schooljaar niet meer van het kastje naar de muur gestuurd: scholen hebben een zorgplicht, waardoor er voor bijna iedere leerling een plekje is in het reguliere onderwijs. Maar is dat eigenlijk wel altijd een verbetering voor de klas en voor de docent? Coen Sprenger, expert in groepsdynamica, vertelt waar docenten volgens hem rekening mee moeten houden om een les aan een gemêleerde klas in goede banen te leiden.

Klassen waar de gevouwen vliegtuigjes van muur tot muur vliegen. Docenten van wie de hoofdpijn van het gezicht is af te lezen. Coen Sprenger betreurt het, maar laat het ook gelaten over zich heenkomen. Als oud-politieman en docent bij de Politieacademie heeft hij wel voor hetere vuren gestaan. De ervaring die hij in die functie met groepsdynamiek en conflicten (en oplossingen!) heeft opgedaan, vertaalt hij nu naar het onderwijs. Daar adviseert hij docententeams en legt hij de vinger op de zere plek bij docenten die hun klas niet kunnen managen.

Gemêleerde klassen
Nu scholen sinds begin dit schooljaar een zorgplicht hebben, zitten kinderen met een diverse achtergrond vele uren per dag met elkaar in één ruimte. Never a dull moment. Klassen zijn anders samengesteld en dat leidt tot veel tumult. Positief én negatief. ‘Klassen worden veel diverser, een klas is afspiegeling van de pluriformiteit van een maatschappij, met mensen van alle soorten en maten. Kinderen leren daardoor al op jonge leeftijd dat anderen anders in elkaar steken. In theorie is dat een mooie levensles. Maar die overgang verloopt niet altijd vlekkeloos. Leerlingen die niet goed mee kunnen komen in de klas hebben in het regulier onderwijs een grotere kans gepest te worden. Veel docenten zijn niet voorbereid op deze wisseling in klassensamenstelling. Ze zien het eerder als een last dan een lust, want door hun enorme werkdruk hebben ze geen tijd zich hier ook nog in te verdiepen. Oog hebben voor de groepsdynamiek was altijd al belangrijk, maar nu klassen anders zijn samengesteld is het alleen nog maar belangrijker geworden. Door grote onderlinge verschillen kan een klas namelijk eerder onhandelbaar worden.’

Kortom: de zorgplicht op scholen is nog geen onverdeeld succes. Wat kunnen docenten zelf doen om werken in de nieuwe situatie tot een succes te maken?

Tip 1: Voel aan wat er speelt in je klas
‘Soms is het een valkuil als een docent veel weet van zijn vak, want heel goed zijn in je vak, leidt vaak ook tot een tunnelvisie. Onlangs woonde ik een les bij van een docent die zijn leerlingen wat wilde vertellen over politieke stromingen. De klas had er geen zin in en de één na de andere leerling vloog de klas uit. Terwijl de leerlingen heel graag wilden leren: ze hadden het over de spoorloos verdwenen vlucht van Malaysia Airlines en de ‘minder minder minder’-retoriek van Geert Wilders. Mijn tip: wees flexibel: voel aan wat er in je klas speelt, beoordeel of je de klas op dat gebied wat kan leren en ga daar even in mee. Als je tien minuten meegaat in het gesprek van de dag in de klas, dan treed je echt in contact met de groep. Je leerlingen zullen dan ook veel geconcertreerder naar het officiele lesprogramma luisteren. Kortom: stem je leerklimaat af op je leefklimaat.’

Tip 2: Stuur leerlingen niet te snel de klas uit
‘Sommige beperkingen gaan niet altijd goed samen. Autisme en ADHD bijvoorbeeld. Lastige combinaties kunnen leiden tot meer rumoer in de klas. Maar hoe hoog de spanning ook kan oplopen in de klas, denk drie keer na voordat je een leerling de klas uitstuurt. Nogal wat docenten proberen met dit machtsmiddel de rust te herstellen. Maar deze noodgreep is niet duurzaam succesvol: leerlingen die eruit gestuurd worden leren niets, sommige leerlingen doen het erom en bovendien los je het probleem niet op. Mijn tip bij een les die escaleert: leg de hele les maar stil en bespreek met de klas wat er misging en waar het begon.’

Tip 3: Praat!
‘Als trainer heb ik groepsgesprekken en één op één gesprekken met docenten. Hun ervaringsverhalen verschillen nogal, afhankelijk van de context. Veel leraren voelen dat ze de divers samengestelde klassen niet aankunnen, maar zijn doodsbang hun baan kwijt te raken, als ze dit eerlijk toegeven. Ik raad scholen aan om een ‘mental check up’-programma in te stellen: een externe coach praat met een klein groepje docenten over hun ervaringen. Zo kunnen docenten even stoom afblazen en zien ze dat ze niet de enige zijn met hobbels in de klas. Als je school geen coach heeft ingesteld, kun je zelf één of twee collega’s in vertrouwen nemen en je leservaringen delen. Zorgen opkroppen is niet gezond en verpest je werkplezier. Het taboe om aan te geven dat je tegen problemen aanloopt zou doorbroken moeten worden. Problemen zijn niet erg, zo lang je ze maar kan en durft op te lossen.’

Misschien vind je dit ook interessant

One Response

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search