Verduurzamen in het onderwijs: hoe pak je dat aan?

Gepubliceerd op: 20 juni 2018
Door: Nina Wendel

Is duurzaamheid op jouw school een hot topic of juist niet? Steeds meer scholen zijn ermee bezig en dus ging ik vol enthousiasme naar een lezing over duurzaamheid in het onderwijs. Hoogleraar Arjen Wals besprak er vaardigheden en mindsets die leerlingen volgens hem nodig hebben om te leren leven op een manier die past binnen ecologische grenzen. Dit betekent dat ze rekening houden met de toekomst, natuur én met elkaar. Welke vaardigheden zijn hiervoor belangrijk en met welke tips kunnen scholen duurzamer aan de gang gaan? Dat vertel ik in deze blog.

Wie is Arjen Wals?

Spreker Arjen Wals is hoogleraar Transformatief Leren voor Sociaal-Ecologische Duurzaamheid aan Wageningen University en spreker in de reeks Onderwijsavonden van Stichting NIVOZ. Zijn expertise: ontwerpen, monitoren en evalueren van leerprocessen en leeromgevingen die burgers – van jong tot oud – actief kunnen betrekken bij duurzaamheidsvraagstukken rondom bijvoorbeeld klimaat, biodiversiteit, afval, voedsel en energie.

Wals ziet duurzaamheid als aanjager van onderwijsvernieuwing. Een duurzame wereld vraagt namelijk om een flinke transitie, vooral in het onderwijs. Het gaat dan vooral om een transitie in waarden. Hieronder bespreek ik aan de hand van zijn sessie hoe leerlingen op een leuke en creatieve manier betrokken kunnen worden bij het thema, welke vaardigheden en waarden nodig zijn, en hoe deze volgens Wals moeten worden verwerkt in de schoolomgeving én het verborgen curriculum.

Vaardigheden voor duurzame ontwikkeling

Onderwijs is te dienstbaar aan de economie en te weinig aan de planeet, zegt Wals. Zo ondersteunen de 21e-eeuwse vaardigheden competitie, efficiëntie, flexibiliteit en individualisme. Op welke waarden drijven deze eigenlijk? Zijn ze duurzaam? Wals adviseert alle docenten “écht kritisch” te zijn. Dit zijn de vijf kerncompetenties die Wals cruciaal vindt in duurzame ontwikkeling:

  • Kritisch denken en reflecteren: weten waar je eigen waarden liggen en daarover durven nadenken, ethische en morele afwegingen maken en deze in twijfel kunnen trekken,
  • Systemisch denken: het huidige systeem begrijpen en je denkbeeldig kunnen verplaatsen in tijd en ruimte, Ook noemt hij: kringloopdenken (cradle-to-cradle, sluiten van ketens, closed-cycle design), nieuw economisch denken (deeleconomie, betekenismaximalisering) en transitiedenken (met aandracht voor veerkracht en reflexiviteit).
  • Je een betere toekomst kunnen voorstellen, transformatieve vaardigheid: verandering kunnen starten. Ontdekken waar/hoe je invloed hebt en verandering teweeg kunt brengen.
  • Omgaan met complexiteit, diversiteit, verwarring, onzekerheid en ambiguïteit.
  • Samenwerken!

Deze vaardigheden dragen niet automatisch bij aan duurzame ontwikkeling, volgens Wals. De onderliggende waarden bepalen namelijk de richting. Om leerlingen te stimuleren op een duurzame manier te leven, moet het onderwijs hen actief betrekken bij het onderwerp en aandacht besteden aan waardeontwikkeling en gedragsverandering.

Naar een duurzaamheidsdidactiek

Wals pleit niet voor een aparte leerlijn of vak over duurzaamheid. Hij is voor een integratieve benadering. Daarin vormen alle elementen (curriculum, pedagogiek, didactiek, professionalisering van docenten, sfeer en gebruik van omgeving) een geheel. Je krijgt dan een ‘learnscape’ dat jongeren ertoe zet om duurzaamheid te zien, bevragen en waarderen. Dit kan worden geïntegreerd in de bestaande vakkenstructuur door vakoverstijgend te werken met een zogenaamde Whole School Approach (vergelijkbaar met het verborgen curriculum). Hoe werkt dit in de praktijk? Hieronder zie je een voorbeeld.

How happy is a Happy Meal?

Een suggestie om hiermee aan de slag te gaan is om in de klas te bespreken of discussiëren over wat duurzaamheid eigenlijk betekent. Waarom is het nu zo’n hot topic en heeft het begrip verschillende betekenissen? Op die manier kritisch nadenken vergroot bewustwording en kritische reflectie op gedrag. Ik denk dat je in dit gesprek ook de ecologische voetafdruktest kunt verwerken als leuke warming-up!

Ook kun je een Happy Meal onder de loep nemen: waar komen ingrediënten vandaan? Hoe zijn ze vervoerd? Is het gezond, eerlijk en veilig? Word je eigenlijk wel zo ‘happy’ van een Happy Meal? Er zijn verschillende rollenspellen en tools beschikbaar voor bijvoorbeeld inlevingsvermogen en langetermijndenken. Het simulatiespel Energie[r]evolutie van Greenpeace bijvoorbeeld leert leerlingen naar het klimaatprobleem kijken via de ogen van de overheid, consument, energiemaatschappij en/of milieuorganisaties.

De schoolomgeving als levend voorbeeld

Wals besprak ook hoe het onderwijs leerlingen kan inspireren om op een volwassen manier in de wereld te staan; verbonden met zichzelf, anderen en de planeet. Dit gaat samen met het ontwikkelen van waarden zoals compassie, empathie, betrokkenheid, rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid en oordeelsvermogen. Behalve dat docenten met hun gedrag een leidende (voorbeeld)rol hebben in het aanleren van waarden, kunnen scholen een omgeving bouwen die hiertoe uitnodigt. Hoe creëer je scholen die duurzaamheid ‘ademen’? Een aantal tips:

  • Zorg voor een tuin en veel begroeiing rondom de school. Besteed aandacht aan dieren, insecten en tuinieren en laat in de praktijk zien wat zelfvoorziening inhoudt. Denk aan een lunch met groenten uit de eigen tuin.
  • Stimuleer hergebruik. Organiseer bijvoorbeeld workshops fietsen repareren waarbij leerlingen elkaar helpen. Dit vermindert koopzucht, want er is een alternatief voor direct een nieuwe fiets kopen, en vergroot sociale interactie in de school en omgeving.
  • Bied in de kantine vooral eten aan te dat biologisch, lokaal en vegetarisch is, en verbruik zo min mogelijk plastic verpakkingen.
  • Stap over op duurzame materialen, zoals gerecycled papier (voor schriften) en gerecycled plastic.
  • Start meer projecten over duurzaamheid en betrekt hierbij ouders en buurtbewoners in het verduurzamen van de school. Je kunt bijvoorbeeld een dag organiseren waarop leraren en leerlingen de hele schoolomgeving schoonmaken. Verzameld afval kun je vervolgens tentoonstellen op het schoolplein. Ook zelf materiaal maken van restproducten of vleesvrije dagen introduceren kan interessant zijn! Een ander idee voor een evenement is zelf om zelf energie op te wekken. Je kunt dit invullen door bijvoorbeeld een filmavond te organiseren op het schoolplein, waarbij het scherm is aangesloten op een gehuurd fietssysteem. Wil je de film draaien? Fietsen maar!
  • Recycle actief, zorg voor afvalscheidingsplekken in het gebouw en plaats zonnepanelen.

Kortom: in dit kleine eco-systeem zijn leerlingen actief en krijgen ze verantwoordelijkheid! Vanuit deze omgeving komen nieuwe waarden voort, zegt Wals, zoals zorgzaamheid, aandachtigheid en cohesie. Dat willen we in de samenleving ook terugzien.

Natuurlijk is het niet haalbaar om alle scholen te veranderen in zulke natuuroases. Maar de kern van Wals’ argument is interessant: de verschuiving in waarden moet worden uitgedragen vanuit de hele school en omgeving. De details in het beleid van de school doen ertoe en zijn een voorbeeld voor de nieuwe, hopelijk duurzamere, generatie vol betrokken burgers. Be the change you want to see!

Voel je je geïnspireerd? Of heb je ideeën of vragen over dit onderwerp? Laat je reactie achter onder deze blog!

Misschien vind je dit ook interessant

2 Responses

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search