Uitbreiding lesbrief Aan het werk!

Afhankelijk van de leeftijd van jouw leerlingen, mogen ze aan het werk. Dat wil zeggen: ze mogen een bijbaantje hebben. Van mijn eigen schooltijd weet ik nog goed dat een aantal klasgenoten als een malle aan het werk ging. Een ander gedeelte had liever weekend of een vrije woensdagmiddag… Het meeste respect had ik voor een vriendin die de ochtendkrant rondbracht, voor ze naar school ging. Wekker om half vijf en gaan. Na de krantenwijk kwam ze in de dierentuin te werken: wat mij betreft een stuk leuker!

In de lesbrief ‘Aan het werk!’ die Tumult deze week uitstuurt, denken de leerlingen na over verschillende soorten (originele) bijbaantjes. Ze kiezen een mogelijk bijbaantje en onderzoeken of dit echt bij hen past. Ook denken ze na over de stappen die ze kunnen zetten om aan dit bijbaantje te komen. In deze blog wat uitbreidingideeën.

Gebruik Padlet

In deze lesbrief maakt de docent een mindmap op het bord. Je kunt dit ook anders doen: laat leerlingen via Padlet al hun ideeën over bijbaantjes op een wall zetten. Wel zo leuk én wel zo snel! In deze blog lees je meer over de toepassingen van digitale prikborden zoals Padlet.

Mix & match

Kunnen de leerlingen niet zo makkelijk een baantje kiezen uit de mindmap? Geen probleem, daar kun je juist gebruik van maken. Bespreek plenair welke leerlingen nog niet zeker zijn over het bijbaantje dat ze leuk vinden. De leerlingen die hun bijbaantje gevonden hebben, kunnen ondertussen (fluisterend) doorgaan met de lesbrief. Doe volgens deze werkvorm met de ‘twijfelaars’:

• Denk klassikaal na over dingen die je belangrijk kunt vinden in een bijbaantje. Schrijf dit op een tweede mindmap op het bord. Denk aan dingen als sportief bezig zijn, met mensen werken of veel reizen.
• Laat de leerlingen individueel drie kenmerken kiezen en opschrijven die zij belangrijk vinden in een bijbaantje.
• Vervolgens staan de leerlingen één voor één op. Ze leggen uit wat voor bijbaantje ze zoeken door de drie kenmerken te noemen. Bijvoorbeeld: “Ik zoek een baantje waarbij ik met mensen moet werken, waarbij ik sportief bezig ben én ik vind het niet erg om speciale kleding te dragen.”
• Laat de andere leerlingen luisteren en ondertussen kijken naar de baantjes op het bord. Zien ze een baantje wat aan deze eisen voldoet? Laat ze opstaan en dit baantje noemen. De eerste leerling schrijft deze ideeën op zijn/haar lesbrief.

Actie!

Je kunt makkelijk nog een les aan dit thema besteden: laat de leerlingen in de les werken aan een goede sollicitatiebrief, een telefoongesprek voorbereiden, de website van het bedrijf waar ze willen werken bekijken etc.

Nodig iemand uit…

Ken je iemand met een originele bijbaan? Of een plek in de stad of het dorp waar vaak bijbaantjes aangeboden worden? Nodig iemand uit om hier wat meer over te vertellen in de klas.

Het nut van een bijbaan

Wat heb je aan een bijbaan? Goed om dat met de leerlingen te bespreken. Het zou best kunnen dat er in de klas een verschil is tussen leerlingen die juist graag gaan werken en leerlingen die dat liever niet doen (net zoals bij mij in de klas het geval was). Waarom is dat? Wat zijn de voor- en nadelen van een bijbaan? In het artikel ‘Poep scheppen of afwassen: dit leer je van een bijbaan’ van NRC lees je daar meer over. Een leuke manier om het nut van een bijbaan te bespreken is aan de hand van stellingen, bijvoorbeeld:

• Een bijbaan moet leuk zijn.
• Ik heb alleen een bijbaan omdat ik daar geld mee verdien.
• Je moet een bijbaan hebben die past bij wat je later wilt worden.
• Vrijwilligerswerk doen is hetzelfde als een bijbaan hebben.

Heb je al eens aandacht besteed aan het hebben van bijbaantjes? Ik ben benieuwd hoe, dus heb je een leuk idee? Laat een reactie achter!