Teach like a Champion: werken aan karakter en vertrouwen

Gepubliceerd op: 8 februari 2013
Door: Martina Nieuwenhuis

Ik zat in groep 6. Aan het eind van een middag gaf de meester de opdracht om in een toneelstuk te spelen dat we een leegstaand huis binnen gingen. We zaten allemaal vol spanning te kijken. De meester had de toneelspelers een hele mooie, ouderwetse sleutel meegegeven. We kenden de sleutel niet, maar na een poosje kregen we een idee. Die houten kast voorin de klas, die zat altijd op slot. Ze probeerden de sleutel op die kastdeur en… lachen, gillen, schreeuwen, iedereen schrok zich kapot. In die kast zat een plastic torso van een mens, waar je de organen allemaal uit kunt pakken. Handig voor de biologieles, die uiteraard de volgende ochtend volgde.

Leren was op deze manier elke keer weer een verrassing! Doordat de meester alles goed in de hand had, werd deze situatie mogelijk: hij vertrouwde erop dat we de volgende dag weer ‘normaal’ mee zouden doen. Doug Lemov legt deze situatie uit in zijn boek: door van leerlingen te verwachten dat ze ‘normaal’ kunnen doen creëer je de voorwaarde voor het succesvol inbouwen van de p-factor in je lessen: plezier. Maar hoe laat je leerlingen weten wat normaal is?

Ga uit van ‘normaal’
Wat denk jij: doen je leerlingen gewoon wat jij zegt, of maken ze er per definitie een bende van? Tip van Doug Lemov uit zijn boek Teach Like A Champion: ga uit van leerlingen die altijd naar je luisteren, maak duidelijk dat je je niet kunt voorstellen dat een leerling niet naar je zou luisteren. Leerlingen willen zich graag conformeren aan wat ‘normaal’ is, zeker in een groep waar ze bij willen horen. Aan jou de taak om op een positieve manier aan te geven wat ‘normaal’ is. Op deze manier dwing je respect af: jij hebt de touwtjes in handen en laat zien dat je die verantwoordelijkheid graag op je neemt.

Wel of niet corrigeren?
Soms moet je toch corrigeren, je ontkomt er niet aan. In het hele boek worden hier tips over gegeven, wanneer wel en wanneer niet. Hier een aantal belangrijke dingen op een rij.

  • Ga in eerste instantie nooit uit van kwade bedoelingen bij de leerling. Zeg bijvoorbeeld: “Ik zie dat nog niet iedereen zijn stoel heeft aangeschoven.” in plaats van “Er zijn kennelijk mensen die vinden dat ze hun stoel niet hoeven aan te schuiven.”
  • Corrigeer aanvankelijk zonder naam te noemen. Geef de leerling even de kans om zichzelf in anonimiteit te verbeteren.
  • Wees positief. Streven naar succes en geluk is een belangrijkere drijfveer dan de wens om onder straf uit te komen. Zeg leerlingen dus vooral hoe het wél moet en hoe ze waardering verdienen, in plaats van alleen te onderstrepen wat niet goed gaat. Dat betekent niet dat je niet meer moet corrigeren, maar wel dat je correcties positief inkleed. Zeg bijvoorbeeld: “Kijk naar het bord.” in plaats van “Kijk niet achterom.”
  • Vermijd retorische vragen (“Kom jij nu even voor de klas?”) en maak jezelf niet afhankelijk van de leerlingen (“Ik wacht wel.”).
  • Maak onderscheid tussen het gedrag wat iemand vertoond en de persoon zelf. Je vindt de leerling niet vervelend, maar zijn gedrag.
  • Houd je eigen emoties in. De leeftijd van jouw leerlingen vraagt om een stabiele en rustige aanpak. Niet om iemand die hun heftige emoties versterkt.

Teach like a Champion
Meer weten over plezier in je les, of het stellen van een norm? Bestel het boek Teach like a Champion, van Doug Lemov.

Plezier in je klas, hoe pak jij dat aan?

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search