Onderwijswoordvoerder in actie: de droom van Tanja Jadnanansing

Gepubliceerd op: 22 april 2015
Door: Astrid van Pelt

Ze vechten voor betere scholen en docenten: woordvoerders onderwijs in de Tweede Kamer. Maar hoe weten zij waar het onderwijs behoefte aan heeft? In deze blog de ‘binnenschoolse activiteiten’ van Tanja Jadnanansing, woordvoerder onderwijs van de PvdA.

Ze zit sinds 2010 in de Kamer. Dagelijks pendelt ze tussen Den Haag en Amsterdam, “tenzij een vergadering extreem uitloopt. Dan overnacht ik in een goedkoop hotel of bij een familielid.” Ze komt regelmatig in de media met duidelijke uitspraken over hoe zij vindt dat het beter kan in onderwijsland. Ook buiten de spotlights van de Kamer is Tanja een bezig bijtje, haar agenda is tot de rand gevuld, als een patchwork van afgebakende afspraken in de tijd. Ze begeleidt een groep jongeren die debatten organiseren, op woensdagen doet ze vaak een ‘pizzasessie’ met scholieren om al pizza etend te horen wat er onder hen leeft en elke vrijdag luncht ze met haar achtjarige nichtje.

tanjaj-522x330Lessen maak je samen
Een wekelijks terugkerend agenda-item zijn de lessen maatschappijleer die ze iedere maandag geeft op de OBS, de Openbare Schoolgemeenschap Bijlmer. Ze omschrijft haar lessen als een ‘co-creatie’. “De leerlingen zijn onderdeel van de lesstof. Het verloop van de les is van hun input afhankelijk. Ik vind het een gemiste kans wanneer een docent alleen maar aan het zenden is. Zo bereik je de leerlingen niet, maar nog belangrijker: je mist de originele input die leerlingen kunnen leveren als je ervoor openstaat. Ik liet mijn leerlingen bijvoorbeeld eens naar een fragment kijken waarin de Kamer in debat ging met Ivo Opstelten. Hun unanieme oordeel: “jullie luisteren helemaal niet naar elkaar, jullie doen alleen je eigen zegje zonder naar een oplossing toe te werken.” Jongeren reageren vanuit hun hart. Soms is dat hard, maar ze kunnen daardoor ook met mooie input komen. Toen ik ze de opdracht gaf na te denken over nieuwe ministeries, kwamen ze met suggesties als het Ministerie van Talent en het Ministerie van Digitalisering. Heel logisch, maar niemand had er nog aan gedacht.”

LEFgesprek
Tanja is een pleitbezorger van het LEFgesprek. Luisteren, Empathie en Flexibiliteit. “Het zou fantastisch zijn als deze drie peilers zo geïntegreerd raken in het denken van jongeren, dat het LEFgesprek niet meer een afgebakende werkvorm is, maar een echte grondhouding wordt.” Tanja zet deze gespreksvorm regelmatig in haar lessen maatschappijleer in. “Ik nodig leerlingen uit te zeggen wat ze denken, vooral zaken die een beetje controversieel zijn. Na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo durfde een leerling bijvoorbeeld te zeggen dat hij dacht dat de aanslag een joods complot was. Lang niet iedereen was het met hem eens, maar hij zei het, zonder te beledigen en daar hadden de leerlingen respect voor. Als mensen zeggen wat ze vinden, dat heb je ook een beginpunt voor een gesprek. En om in dit geval te laten zien dat zijn aanname niet klopt. Veel lefgesprekken kunnen leiden tot de verwezenlijking van de F: Flexibiliteit. Dat gebeurt wanneer leerlingen zeggen: “ik ben het niet met je eens, maar ik snap waar je vandaan komt”. Prachtig!”

Je leven veranderen
Onderwijs kan je levensloop veranderen. Dat heeft Tanja aan den lijve ondervonden. “Ik ben niet bovengemiddeld intelligent. In mijn schooltijd moest ik altijd hard knokken voor goede cijfers. Ik heb drie jaar les gehad van meneer Sathoe. Die man heeft mijn leven veranderd door in me te geloven en me te laten zien wat ik kan. Hij gaf ook motivatielessen. Niet de op Amerikaanse leest geschoolde lessen. Maar lessen om de leerlingen duidelijk te maken dat als ze iets echt willen, ze daarvoor moeten vechten en dat het ze dan vaak lukt. Meneer Sathoe heeft zijn leerlingen laten zien wat een goudmijn ze in zich dragen. Dat probeer ik ook met mijn leerlingen. Ze hebben wel dromen, maar die smoren ze voor zichzelf meteen in de kiem. Als vmbo’ers denken ze vaak dat ze niets kunnen. Onlangs gaf een leerling van me aan dat hij wel piloot zou willen worden, maar dat het geen zin had te dromen, omdat het hem toch niet ging lukken. Ik heb hem gestimuleerd naar zijn dromen te luisteren en uiteindelijk kwam hij erachter dat hij vliegtuigonderhoudsmonteur kon worden.”

“Jongeren zijn soms lastig. Weet je? Ik geniet ervan. Ik zie het als een uitdaging om ook hen gemotiveerd te krijgen. Dat lukt vaak heel goed omdat ik in jongeren geloof en inspeel op hun leefwereld. Mijn droom voor het onderwijs is daarom dat iedere jongere een coach krijgt. Iemand die luistert en stimuleert. Pas kwam een leerling naar me toe: “U geloofde in mij toen ik nog niet in mezelf geloofde.” Dat gun ik iedereen.”

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search