Onderwijsgeschiedenis #5: de digitale revolutie – deel 1

Gepubliceerd op: 23 oktober 2014
Door: Hans Wendel

Vanwege Tumults 15e verjaardag volgende maand kijken we terug: natuurlijk naar onze eigen ontwikkeling, maar met minimaal net zoveel interesse naar de bredere onderwijsontwikkeling. Na het spijkerschrift in Mesopotamië, de Grieken, Karel de Grote, de Stadsscholen en de Industriële revolutie zijn we nu zelf onderdeel van de huidige ‘grote verandering’: de Digitale revolutie.

Hoe begon die revolutie eigenlijk? (1) Wat betekent het voor het hedendaagse onderwijs? (2) Hoe ziet de toekomst eruit en welke rol wil daarin Tumult spelen? (3)

Van ruimtereizen tot internet
Elke ontwikkeling is een samenloop van toevalligheden en dat geldt ook voor de start van de Digitale revolutie. Want wie had kunnen denken dat Russische ruimtereizen in 1957 zouden leiden tot het ontstaan van het internet?

Vanaf het najaar 1957 voerde de Sovjet-Unie het Spoetnik (=’reisgenoot’)-programma uit, dat bestond uit een aantal onbemande ruimtevluchten. In 1961 leidde dit tot de eerste bemande ruimtevlucht met Joeri Gagarin: de wereld stond te juichen, hoe is het mogelijk, mensen in de ruimte! Maar er was ook schrik: als de Russen dit kunnen dan is er ook het gevaar van wereldheerschappij!’ De Amerikanen beseften zich dat ze hun technologische achterstand moesten inhalen om het machtsevenwicht in de wereld te bewaren.

Arpanet
In 1958 richtten de Amerikanen het ‘Advanced Research Projects Agency’ (ARPA) op. Het doel van ARPA was om (militaire) technologische ontwikkeling te stimuleren en te financieren. Een van de projecten was de ontwikkeling van het zogenaamde Arpanet, de voorloper van het internet. Het simpele uitgangspunt van het Arpanet was het verbinden van computers van instituten die werkten aan militair technologische ontwikkelingen. Door het delen van elkaars computers (die indertijd nog behoorlijk prijzig waren) werden de kosten voor computers simpelweg een stuk minder: de ontwikkeling ging sneller en bovendien goedkoper! Arpanet ontwikkelde een minicomputer die, geïnstalleerd op elke computer in het netwerk, het mogelijk maakte dat alle computers met elkaar konden praten.

In de zestiger jaren lukte het om computers daadwerkelijk met elkaar te verbinden en sindsdien gaan de ontwikkelingen betrekkelijk snel (we zijn inmiddels wel gewend aan snelle ontwikkelingen). Op 17 november 1988 wordt het Nederlandse Centrum voor Wiskunde & Informatica aangeloten op het internet en daarmee komt de eerste Europese verbinding tot stand. Inmiddels zijn we er in Nederland aan gewend dat eigenlijk iedereen altijd online is, en steeds meer apparaten (brillen, horloges, fietsen, auto’s) connected zijn.

De kern
Dat is dan ook de kern van het begin van de Digitale revolutie: mensen zijn meer dan ooit tevoren met elkaar verbonden. In theorie is het mogelijk geworden om altijd overal met iedereen te communiceren. En is het -in principe- mogelijk om informatie over alles altijd met iedereen te delen.

In de volgende blogs bespreek ik:

  1. Wat betekent deze ongekende mogelijkheid tot communiceren en tot delen van informatie voor het onderwijs?
  2. Hoe ziet de toekomst eruit en welke rol speelt Tumult?

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search