Mythes en misverstanden over pubers #2: ze denken alleen maar aan zichzelf!

Gepubliceerd op: 6 mei 2019
Door: Florianne Sollie

Klasgenoten storen, niet luisteren naar docenten en ouders, al een dag na de toets vragen of je het nu nóg niet hebt nagekeken … Het lijkt soms wel of onze puberleerlingen alleen maar aan zichzelf denken! Toch zijn pubers niet zo op zichzelf gericht als we misschien denken. Hoe kunnen we daar als docenten gebruik van maken?

Verandering en chaos

Voor een deel zijn pubers inderdaad meer met zichzelf bezig dan jongere kinderen. Hun lichamen veranderen, waardoor ze zich zelfbewuster voelen. Ook op sociaal gebied gaan ze meer naar zichzelf kijken. Hoe kom ik over op anderen? Hoe populair ben ik? Hoe zorg ik dat ik erbij hoor, maar toch mezelf kan zijn? En wie ben ik dan eigenlijk zelf? Het zijn de grotere vragen des levens, en pubers denken er vaak en veel over na. In de podcast Echt Gebeurd (o.a. via Spotify te vinden), lezen mensen eens in de zoveel tijd voor uit hun puberdagboek. Een echte aanrader om eens te beluisteren: je staat versteld van de vragen waar pubers mee bezig zijn, de diepgang die ze hebben, en soms ook de heftigheid van de emoties die erbij komen kijken. Kortom, de veranderingen en chaos in de levens van onze leerlingen kunnen er inderdaad weleens voor zorgen dat ze anderen wat meer uit het oog verliezen.

Leeftijdgenoten eerst

Als volwassenen komen mensen vaak wat meer tot rust. Zij weten intussen beter wie ze zijn en wat ze willen, en geven iets minder om wat anderen denken. In die zin zou je juist kunnen zeggen dat pubers, meer dan wie ook, juist op ánderen gericht zijn. Hoe komt het dan dat ouders en docenten dat vaak niet zien? Dat komt denk ik doordat wij niet op de eerste plek komen. Leeftijdgenoten zijn voor de meeste pubers de allerbelangrijkste medemensen. Wat zij zeggen, vinden en doen heeft enorm veel effect op een puber. Pubers kijken naar elkaar, corrigeren elkaar, vormen elkaar, trekken zich aan elkaar op en oefenen hun sociale vaardigheden met elkaar. Ze leren ruzie maken (en het weer bijleggen), kritiek geven en incasseren, vriendschappen sluiten, relaties aangaan, etc. De enige manier om als volwassen docent substantieel aan dit leerproces bij te dragen, is een persoonlijke vertrouwensband op te bouwen met je leerlingen. Dan zullen jouw adviezen ook worden gewaardeerd en zullen leerlingen een voorbeeld aan je willen nemen. In mijn vorige serie blogs, De docent als mens, gaf ik veel tips over het opbouwen van die vertrouwensband.

Versterkt bewustzijn

Soms zijn onze puberleerlingen niet bezig met de dingen die we van ze vragen. Geen focus op de wiskundesommen, geklets met de buurvrouw, uit het raam zitten staren … Ik zie het ook allemaal dagelijks op mijn huiswerkinstituut. De leerlingen beseffen soms niet dat ze anderen storen of demotiveren. Toch kan het zomaar zijn dat ze kletsen of nadenken over heel nuttige onderwerpen. In de puberteit worden mensen zich meer en meer bewust van maatschappelijke vraagstukken en mondiale problemen. Zaken zoals armoede, klimaatverandering, oorlog en uitbuiting trekken ze zich doorgaans ontzettend aan. Ze willen er graag iets aan doen. Hierdoor zijn pubers over het algemeen geweldig goed mee te krijgen als wij ze als volwassenen manieren aanreiken om te helpen. Ze werken meestal enthousiast mee als de school of klas bijvoorbeeld actievoert voor een goed doel.

Sociale pubers in de les

Als docenten kunnen we er gebruik van maken dat leerlingen zo zelfbewust zijn, zo op elkaar zijn gericht, en zo graag iets goeds willen doen. Als mentor kun je hier het meeste mee: doe bijvoorbeeld samen iets voor een zieke leerling, verras samen iemand, verzamel met de klas kleding of schoolspullen voor iemand die dat nodig heeft, spreek af om met z’n allen te gaan kijken bij een belangrijke wedstrijd van een klasgenoot, etc.

Maar ook bij huiswerkbegeleiding of in vaklessen kunnen we het sociale gevoel van onze pubers aanspreken. Soms zet ik leerlingen naast elkaar om elkaar te helpen. Ze vinden het meestal leuk om uitleg van een medeleerling te krijgen, én om die te geven. Het versterkt hun onderlinge band en hun zelfvertrouwen. Het gebeurt zelden dat de ene leerling alles snapt en de ander niets. Vaak vullen ze elkaar aan of vogelen ze samen uit hoe iets zit. In deze lesbrief lees je hoe leerlingen ook studietechnieken met elkaar kunnen uitwisselen.

Daarnaast is positieve feedback van jou als docent onmisbaar. Met complimenten en andere mentale steuntjes in de rug, is het heel goed mogelijk om leerlingen het juiste pad op te helpen, zowel vakinhoudelijk als algemeen. Juist omdat ze zo op ánderen gericht zijn.

In mijn volgende blog deel ik mijn gedachten over brutaliteit en veeleisendheid bij pubers. Wil je voor die tijd meer weten over mijn werk? Kijk dan op www.flowhuiswerk.nl.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search