Marinka Kuijpers over LOB #2: “Laat los dat leerlingen in het loopbaangesprek een beroep moeten kiezen”

Gepubliceerd op: 26 maart 2018
Door: Sandra Huigen

Loopbaanleren draait om ervaringen opdoen, hierop reflecteren en stappen zetten om verder te komen. Dat kon je lezen in deel één van het interview met hoogleraar Marinka Kuijpers. Bij het loopbaanleren is begeleiding van leerlingen onmisbaar. Alleen zo kunnen leerlingen betekenis geven aan hun ervaringen. Hoe voer je een goed loopbaangesprek met leerlingen? En waar let je op? Dat legt Marinka uit in dit vervolg.

Wat zijn bij loopbaanleren de rollen van de docenten en degenen die de leerling begeleiden?

“Bij loopbaangericht leren is het belangrijk dat leerlingen een loopbaancoach hebben of een mentor die ook loopbaangesprekken kan voeren. Als loopbaancoach voer je periodiek gesprekken met leerlingen, individueel of in groepjes. Daarbij help je ze om de rode draad te vinden in hun loopbaan. Dat hoeft niet iedereen te doen. Maar alle docenten, en zelfs de conciërge, hebben hier wel een rol in. Je kunt als docent niet zeggen: ja, dat is iets van de mentor. Je moet zelf ook op een andere manier leren kijken. De loopbaancoach voert het loopbaangesprek op basis van de ervaringen die de leerling de afgelopen tijd heeft verzameld. In die tijd moeten ze dus wel wat verzameld hebben. Dus de docent geschiedenis of verpleegkunde geeft aan: joh, dit doe je heel goed, denk hier eens over na of probeer dit eens uit. Dat is een andere manier van onderwijs geven. Het is meer dialoog dan monoloog.”

Hoe organiseer je dat praktisch?

“Ik kan me voorstellen dat je leerlingen vanaf het begin of langzamerhand een eigen loopbaandossier laat bijhouden. De conciërge ziet wat en zegt: dit heb je goed gedaan, dit is iets voor in jouw loopbaandossier. Daarbij is het belangrijk om niet te zeggen wat leerlingen moeten doen, maar om ze zelf te laten nadenken en ze ook zelf verantwoordelijkheid te leren nemen voor de stappen die ze zetten. Nu is het eerder dat de school zegt wat je moet doen. Dat is ook wel makkelijk, dan kun je als leerling zeggen: dat doe ik niet of wel. Daarmee leer je een beroep, maar je leert niet jezelf te handhaven in een dynamische arbeidsmarkt.”

Docenten zijn opgeleid in hun vak, maar vaak niet in het geven van loopbaanbegeleiding. Wat is jouw idee hierover?

“Volgens mij moet je op verschillende vlakken inspelen. De lerarenopleiding moet duidelijk hebben dat er een taak is bijgekomen. Net zoals ICT – daar kun je ook niet meer omheen – wordt loopbaancoaching een onderdeel van je werk. Het vraagt ook om een cultuurverandering in de school. De managers hebben daar een belangrijke rol in om de mensen die in school werken een ander perspectief te geven. Daarnaast zullen er altijd ‘toppers’ zijn op het gebied van begeleidingsgesprekken: de docenten die de rode draad niet alleen in de individuele begeleiding van leerlingen, maar ook in het curriculum voor elkaar krijgen. Want dat zie ik in elke school waar ik training geef: ze doen heel veel en er zijn al fantastische activiteiten. Maar de verbinding tussen de verschillende activiteiten ontbreekt vaak nog. Voor de leerlingen is vaak niet duidelijk waarom ze die activiteiten doen en hoe dat bijdraagt aan keuzes die ze moeten maken.”

Dus het gesprek met de leerling is heel belangrijk?

“Ja, uit ons onderzoek blijkt dat ervaringen, maar vooral ook gesprekken op basis van die ervaringen, bijdragen tot positieve uitkomsten. Zoals meer leermotivatie, keuzezekerheid, het ontwikkelen van loopbaancompetenties, noem maar op. Wat je op veel scholen ziet is dat ze allerlei ervaringen inbrengen, maar niet de dialoog aangaan. Dat helpt natuurlijk wel om een beetje gevoel te krijgen wat bij je past, maar het is moeilijk om dat gevoel te verwoorden en in te zetten voor een keuze. Leerlingen hebben het gesprek met een begeleider nodig om te reflecteren en woorden te geven aan wat die ervaringen over ze zeggen.”

Wat moet je niet doen bij het voeren van loopbaangesprekken?

“Laat los dat de leerlingen in het gesprek een beroep moeten kiezen. Het gaat er niet om dat je vraagt naar wat leerlingen al weten. Loopbaanontwikkeling is niet dat ze weten wat ze kunnen – dat is de uiteindelijke uitkomst. Het gaat er vooral om dat ze leren hoe ze dat kunnen ontdekken.

En over de vraag ‘wat wil je later worden’: ga er niet vanuit dat de leerling daar echt naartoe moeten werken. Vraag niet: welke opleiding moet je daar dan voor doen, of welke stappen moet je daar nog voor nemen? Nee, vraag bijvoorbeeld: wat vind je daar aantrekkelijk aan? En welke werkzaamheden spreken je aan? Ga eens drie verschillende mensen interviewen die iets heel anders doen, maar die wel werkzaamheden uitvoeren die jij interessant vindt.

Je ziet nu bijvoorbeeld door zo’n tv-programma als Heel Holland Bakt dat bakkersopleidingen in opkomst zijn. Omdat leerlingen ook kiezen op basis van beelden die ze hebben. Maar het is juist belangrijk dat ze die beelden kunnen uitbreiden en in verband brengen met hun eigen kwaliteiten en drijfveren. Dus je denkt nu aan bakker, maar wat vind je nou interessant aan dat programma en wat lijkt je zo leuk aan bakken? Misschien gaat het je wel om de creativiteit van zo’n mooie taart maken. Ga kijken wat die bakker doet, maar kijk ook verder, bijvoorbeeld in de techniek of in het groen, of je daarin die creativiteit ook kwijt kunt.”

Wat maakt een loopbaangesprek effectief? Heb je tips?

“Houd het klein. Probeer leerlingen aan het denken te zetten, gewoon door de woorden die ze gebruiken in de begeleiding te betrekken. Let op wanneer leerlingen emotie laat zien. Als je daarop doorvraagt, kom je altijd uit op een antwoord dat wat zegt over henzelf. Wees tevreden met elke ervaring die een leerling vertelt. Uit alle ervaringen of dromen die leerlingen hebben is wat te halen.

Spreek het hart, het hoofd en de voeten van leerlingen aan. Het hart om te achterhalen: wat doet je echt wat? Het hoofd om met hen na te denken over: wat zegt dit over jou? En de voeten om echt stappen te gaan zetten. Zodat het gesprek niet eindigt met: leuk, dan weet je nu dat je creatief bent, maar met een stap om het verder te onderzoeken. Dus: met wie ga je daar dan over praten Of: hoe ga je jouw creativiteit verder ontwikkelen?

En tot slot, vraag jezelf aan het eind van het gesprek als docent: wie heeft er nu iets geleerd? Ben ik nu als docent meer op de hoogte van de leerling en heeft de leerling alleen maar verteld wat hij al weet? Of heeft de leerling een nieuw inzicht opgedaan, zodat hij een nieuwe stap kan zetten?”

Zin gekregen om loopbaangesprekken op jouw school te verbeteren onder begeleiding van Marinka? Loopbaangroep biedt teams verschillende workshops en trainingen op het gebied van loopbaanleren, bijvoorbeeld de basistraning loopbaangesprekken. Ben je daarnaast klant van Tumult? Dan krijg je tijdelijk korting. Bekijk de voorwaarden.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search