Onze Edupartners #6: Marc van Maastricht

Gepubliceerd op: 27 december 2017
Door: Admin Tumult

Vanuit Edutrainers werken wij met verschillende Edupartners die het hele land door reizen naar scholen voor workshops. Daarnaast produceren ze leerpaden vanuit hun expertise. Wie heb jij al ontmoet? In deze blog maak je kennis met Marc van Maastricht, de eerste trainer met wie we in zee zijn gegaan en iemand die we niet hadden willen missen bij het opzetten van ons train-de-trainertraject voor digicoaches!

Hoe is je samenwerking met Edutrainers ontstaan?

In 2010 werd Spons opgericht als dochteronderneming van Tumult. Edutrainers bestond toen nog niet. Sander van Acht en Hans Wendel waren de oprichters van Spons. Ik kende hen nog van mijn werk bij een onderwijsbureau uit Amsterdam. Toen ik weer lesgaf als docent biologie, belde Sander me. Of ik nog trainingen gaf. Zo ben ik, naast het lesgeven, op dinsdagen voor trainingen gaan geven voor Spons. Zo werd ik de eerste trainer en partner van Spons!

Wat doe je vanuit je eigen bedrijf?

Vanuit mijn bedrijf Van Maastricht Onderwijs & ICT help ik scholen, schoolleidingen en docenten het onderwijs op een nieuwe manier te bekijken: niet vanuit de ogen van de docent of ‘het systeem’, maar vanuit de ogen van de leerling. Nu ik minder met leerlingen werk, en voornamelijk met docenten, probeer ik die drive over te brengen op collega’s, zoals ik hen nog steeds zie. Daarbij stel ik de vraag: hoe sluit jij aan bij de interesse van de leerling? Tegelijkertijd laat ik hen nadenken over hoe zij hun collega’s mee kunnen nemen in dit proces.

Wat motiveert je in het werken en lesgeven met ICT?

Het onderwijs zelf. Dat is mijn passie! Ik geloof dat onderwijs de basis is voor groei, zowel van een persoon als van een land. En met ‘groei’ bedoel ik niet alleen financiële groei, maar vooral groei in persoonlijke en maatschappelijke waarden. Daarnaast is ICT mijn hobby: op dat gebied ben ik een beetje een nerd. In het onderwijs vind ik technologie leuk, maar … alleen als het iets toevoegt aan het onderwijs!

Hoe ziet jouw stip op de horizon eruit voor de scholen waar we mee werken?

Mijn zoon zei eens: “Pap, ik vind leren wel leuk, maar niet op school!” Dat raakte me. Hoe kan dat? Daarom droom ik van onderwijs en scholen waar leerlingen met plezier naartoe komen: om elkaar te ontmoeten, maar zeker ook om ‘lekker les te mogen krijgen’. Je kunt het een ‘stip’ noemen, maar ik noem het liever een ‘schip’. Welk schip? Dat bepalen we met de schoolleiding, docenten en leerlingen. Willen we zeilen van creativiteit? Of een motor van kennis? Allemaal prima; als het maar aansluit bij de interesses die veel leerlingen al van nature hebben. En dat kun je onder andere bereiken door als docenten met elkaar te werken aan opdrachten die contextrijk en niet googlebaar zijn.

Hoe ziet jouw droomschool eruit?

Een gebouw zou meer gericht moeten zijn op ontmoetingen tussen leerlingen en docenten. Ik moet altijd denken aan Steve Jobs, die eind jaren 80 investeerde in de toen net opgerichte animatiestudio Pixar en invloed kreeg op de nieuwbouw van dat bedrijf. Hij zorgde voor een rond gebouw, waar alle werkplekken uitkwamen in een centrale aula: de plek waar mensen elkaar ontmoetten en inspireerden. Zo sprak een tekenaar in de pauze opeens ook met een computeranimator, terwijl ze elkaar daarvoor niet eens kenden. Dat had directe impact op de creativiteit van de werknemers. Enkele jaren later kwam de eerste full size computeranimatiefilm Toy Story uit. Als zoiets nou eens op scholen zou kunnen … En dan niet alleen vakoverstijgend, maar ook leerjaaroverstijgend.

Wat zie je als een grote uitdaging op het gebied van onderwijs?

Twee dingen: technologische en cultureel/onderwijskunde uitdagingen. De technologische uitdaging heeft te maken met verwachtingen. Vaak verwachten mensen iets van technologie dat nog niet mogelijk is. Alle docenten in Nederland willen bijvoorbeeld graag dat lesmateriaal zichzelf aanpast aan de leerling. Het probleem hiervan is dat dit technologisch nog in de kinderschoenen staat. Adaptief lesmateriaal vraagt gigantisch veel investering en metadata, en op dit moment moet dat nog door mensen worden toegevoegd: wat als een leerling dit stukje stof nog niet snapt? Wanneer is een leerling klaar voor de vervolgtoets? Het minutieuze handwerk dat hiermee gepaard gaat maakt het duur en tijdrovend. Pas als kunstmatige intelligentie gemeengoed wordt, zal echt adaptief lesmateriaal een grote vlucht kunnen nemen. Veel mensen weten dit niet en raken daardoor teleurgesteld in de technologie.

Dat brengt me op de tweede uitdaging: cultureel/onderwijskundig. Het is belangrijk dat het in het onderwijs bekend wordt dat adaptief lesmateriaal – en technologie in het algemeen – niet de heilige graal is. Vernieuwing van het onderwijs is dat wel: van curriculumgestuurd tot leerlinggestuurd. Wat kan ik doen om mijn onderwijs dichter bij de beleving van mijn leerlingen te brengen? Dat vraagt een fundamenteel andere benadering van de dagelijkse lespraktijk, te beginnen bij het denken over onderwijs bij docenten.
Het valt me gelukkig op dat het begin van deze denkverandering reeds merkbaar is. Werd de zin “De docent zal in de toekomst meer en meer een coachende rol krijgen” enkele jaren geleden door velen nog met een vies gezicht aangehoord, tegenwoordig is de gedachte van de docent als coach onder steeds meer docenten een geaccepteerd toekomstbeeld en soms zelfs al realiteit.

Hoe los je die uitdagingen op?

Communicatie, communicatie, communicatie. We moeten niet moe worden van het verspreiden van de boodschap dat we leerlingen plezier in het onderwijs moeten laten krijgen. Dat is onze verantwoordelijkheid als onderwijstak.

Daarnaast denk ik dat het goed is om het curriculum weer eens onder de loep te nemen, want daar kun je ook al flink wat verbeteringen in aanbrengen. Daarmee maak je niet alleen het onderwijs aantrekkelijker, maar laat je het ook beter aansluiten op de toekomst. Veel zaken die vroeger van huis of kerk uit meegegeven werden krijgen nu minder aandacht. Discussiëren over politiek, bijvoorbeeld, vervalt tegenwoordig maar al te vaak in op de persoon gerichte scheldkanonnades op Facebook. Het vak debatteren zou wat mij betreft dan ook standaard van jongs af aan in het lesprogramma mogen komen, zodat je leert dat het oké is dat iemand een andere mening heeft en dat het niet persoonlijk is als iemand je op jouw mening aanspreekt. Misschien hoort een vak als sociale vaardigheid ook wel in dit genre thuis. En wat te denken van het vak burgerschap, of ethiek? Wat vinden we als maatschappij oké, en wanneer overschrijd je welke grens?

Welke tip wil je meegeven aan docenten?

Vraag jezelf af: waarom heb ik ooit voor het onderwijs gekozen? En probeer het antwoord daarop als uitgangspunt te houden! Dat zijn namelijk bij vrijwel niemand motivaties als ‘een auto van de zaak’ of ‘geld’, maar veeleer een passie voor je vak of voor leerlingen. Zorg dat je die passie niet kwijtraakt of dat je die weer vindt. Werken met leerlingen, aan het begin van een leven, is het mooiste dat er is!

Raak je geïnspireerd door de ideeën van Marc? Laat het ons weten! Wil je meer weten over wat Edutrainers jou kan bieden? Kijk dan op onze site.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search