De docent als mens #6: uitstel als wondermiddel voor je luisterhouding

Gepubliceerd op: 4 februari 2019
Door: Florianne Sollie

Hoe geef je leerlingen het gevoel dat ze gehoord en begrepen worden? Door vragen te stellen, samen te vatten en je lichaamstaal en stemgebruik aan te passen kun je al veel bereiken, vertelde ik in mijn vorige blog. In deze blog geef ik nog meer tips, met als sleutelwoord: uitstellen!

Stilte

Als je iets aan je leerling vraagt, zal er niet altijd meteen antwoord komen. De leerling heeft ruimte nodig om na te denken en woorden te vinden. Voor jou is de stilte die daardoor valt misschien een beetje ongemakkelijk, maar de ander heeft die soms hard nodig! Dus bijt op je tong, klem je kaken op elkaar, tel tot tien … Maar laat de stilte er zijn. Als je iedere seconde iets nieuws zegt, je vraag steeds herformuleert of nóg een vraag stelt, wordt het voor de leerling wel erg moeilijk om te antwoorden. Daarnaast doet het natuurlijk afbreuk aan je luisterhouding. Lees in dit artikel hoe je stilte ook kunt gebruiken.

Oordeel

Je bent nu eenmaal een mens en je hebt weleens een mening. Het is onmogelijk om helemaal geen oordeel te hebben over wat leerlingen je vertellen. De kunst is dus om je definitieve oordeel uit te stellen. Oordelen die meteen al in je opkomen – ‘deze leerling is écht een lapzwans, nooit zijn spullen bij zich, altijd te laat’ – kun je even parkeren. Besluit om er niets mee te doen totdat je het hele verhaal kent. Roep die slordige leerling eens bij je na de les, en neem een paar minuten om te luisteren. Hoe kan het dat de spullen zo vaak niet in orde zijn? Waarom komt hij zo vaak laat? Baalt hij er zelf ook van? Welke hulp heeft hij nodig om dit gedrag te veranderen?

Meepraten

Als je naar je leerlingen luistert, wil je ze natuurlijk het gevoel geven dat je ze begrijpt. Zorg altijd dat je eerst checkt of je de leerling wel echt begrepen hebt. Stel reacties zoals ‘wat vervelend’ of ‘wat gaaf’ uit, tenzij overduidelijk is wat een leerling voelt. Dus als er één staat te springen om een zojuist behaalde 9, mag je heus meteen roepen ‘supergoed!’. Maar als een leerling vertelt dat ze met het gezin op het punt staan om te gaan emigreren, kun je beter eerst nog een paar vragen stellen. Als jij roept ‘wat heftig’, terwijl de leerling er enorm veel zin in heeft, of ‘wat tof’ terwijl de leerling bang is voor wat hem te wachten staat, kan ik je één ding garanderen: de leerling voelt zich niet gehoord of begrepen.

Oplossing bedenken

Soms wil je gewoon zó graag helpen. Tijdens (mentor)gesprekken met je leerlingen hoor je de heftigste dingen. Zeg nou eerlijk: als een leerling snikkend voor je zit omdat zijn moeder ernstig ziek blijkt te zijn, wil je toch het liefst meteen die vrouw genezen en alle verdriet wegpoetsen? Ook bij minder ernstige situaties hebben we die neiging. ‘Lukt het niet om je huiswerk af te krijgen? Probeer gewoon eens A, B, of C.’ Een tip of advies is er zó uit.

Probeer het aandragen van een oplossing altijd zo lang mogelijk uit te stellen, liefst totdat een leerling je expliciet vraagt ‘wat moet ik doen?’ Meestal willen leerlingen vooral even hun verhaal kwijt: even hardop reflecteren, even van je horen dat ze niet gek zijn en dat het heel normaal is dat ze iets moeilijk vinden. Door meteen met een oplossing te komen, wals je soms per ongeluk over de leerling heen. Geef leerlingen de ruimte om te balen, verdrietig te zijn, of het even niet meer te weten. Meestal komen ze vrij snel nadat je begrip hebt getoond zelf al met een adequate oplossing. En dan is jouw taak als docent natuurlijk makkelijk: aanmoedigen die hap!

En mijn groep van twintig leerlingen dan?

Op mijn huiswerkinstituut heb ik voor de luxepositie gezorgd om met maximaal 6 leerlingen tegelijk te werken. Ik heb dus genoeg qualitytime met ze. Als mentor kun je gesprekjes inplannen voor wat een-op-een contact met je leerlingen, maar veel vakdocenten kunnen alleen snel tussen de lessen door met hun leerlingen kletsen. Heb ik dan gemakkelijk praten?

Ik denk dat je jouw invloed als docent nooit moet onderschatten. Als je tegen je groep van twintig (of dertig) zegt dat ze je altijd na de les even kunnen aanspreken als er iets is, heb je de belangrijkste stap al gezet. Al vraag je maar heel af en toe, snel tussendoor, aan een leerling hoe het gaat. Hoe de vakantie was. Waar ze dat mooie shirt heeft gevonden. Voor jou is het bijna geen investering van betekenis, maar je leerlingen vergeten dit soort momenten niet snel. Een paar seconden is genoeg voor een klein beetje erkenning. En die hebben leerlingen in de puberteit kei- en keihard nodig.

In mijn volgende blog schrijf ik over de grens tussen werk en privé, en hoe die in ons vakgebied nog wel eens kan (en mag!) vervagen. Wil je voor die tijd meer weten over mijn werk? Kijk dan op www.flowhuiswerk.nl.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search