Begin de dag met … #6 een beetje activiteit in je hoofd!

Gepubliceerd op: 23 oktober 2013
Door: Martina Nieuwenhuis

Je hebt van die dagen… Je schiet niet op, je werk komt niet af, er komt een ongeplande vergadering tussendoor en halverwege de dag krijg je ook nog eens hoofdpijn. Daar zit je dus niet op te wachten. En je bent natuurlijk niet de enige die hier last van heeft: je leerlingen hebben dit ook wel eens. Daarom is het handig om de dag te starten met deze activerende dagopening: laat die hersenen maar werken! 

Begin de dag met … #6 een beetje activiteit in je hoofd!
Beeld: Ezu via Compfight

Tijdens deze activiteit moet je, onder druk, snel en creatief denken. Maar wel op een heel leuke manier. Deze opdracht zorgt ervoor dat je hersenen echt even actief moeten worden; een goede opstartopdracht voor een nieuwe schooldag dus!

Voorbereiding
Start met een brainstorm. Laat je leerlingen zo veel mogelijk NIET bestaande woorden bedenken. Dit moeten zelfstandige naamwoorden zijn.

Klaar voor de start…
De opdracht is om één minuut lang te praten over een van de zelfbedachte woorden. Je leerlingen geven dus een soort informatieve lezing over iets wat niet bestaat. Aan hen de taak om dit overtuigend te brengen, zonder hakkelen en stotteren. Alsof het een van de beste verschijnselen is die ze ooit gezien hebben. De leerlingen kiezen het woord niet zelf, deze wordt door jou aan de leerling gegeven. Zo kunnen ze zich dus niet voorbereiden.

TIP: vinden je leerlingen dit moeilijk? Geef ze dan één minuut voorbereidingstijd voor ze aan de speech moeten beginnen. Kunnen jouw leerlingen deze opdracht juist heel goed? Laat ze dan langer praten, twee minuten bijvoorbeeld. Ook kun je ze de opdracht geven om het woord als een product te verkopen, in plaats van een objectieve ‘lezing’ te geven.

Organisatie
Let op, deze oefening is minder gemakkelijk dan het lijkt! Start dus niet met de moeilijkste variant maar bouw de moeilijkheidsgraad rustig op. Je kunt deze oefening klassikaal doen, door een leerling voor het bord te zetten. Dit is wel behoorlijk pittig voor deze leerling. Een veiligere manier is in groepjes van vier. Geef elk groepje dan een stapeltje van vier kaartjes, met daarop zelfbedachte woorden. Deze blijven ondersteboven in het midden van het groepje liggen. Als een leerling aan de beurt is, pakt hij of zij het bovenste kaartje. Zo voorkom je dat ze zich alvast voorbereiden. Besteed maximaal tien minuten aan deze opdracht. Je gebruikt het immers als dagopening. Is nog niet iedereen aan de beurt geweest? Ga de volgende les verder. Het is voor iedereen leuk en leerzaam om een keer te doen. Ook voor het publiek is het leuk!

TIP: Je kunt deze oefening ook doen met voorwerpen. Laat je leerlingen maar eens een minuut, of twee, praten over het nut van een kleerhanger.

Ik ben benieuwd wat jouw leerlingen ervan maakten: hoe vonden ze deze dagopening?

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search