Begin de dag met … #5 iets persoonlijks

Gepubliceerd op: 16 oktober 2013
Door: Martina Nieuwenhuis

Pasgeleden was het dierendag. Ik weet nog goed van vroeger dat je dan je huisdier mee naar school mocht nemen. Of een knuffel. Fantastisch vond ik dat. Tot iemand zijn hond kwam laten zien: daar ben ik altijd bang voor geweest… De leerlingen in het VO zijn te oud om met dierendag hun knuffel mee te nemen. Wel is het concept ook voor hen leuk en goed: neem iets van jezelf mee om te laten zien en over te vertellen. Je kunt daar bijvoorbeeld een super leuke dagopening van maken. Hoe? Dat lees je hieronder.

Wat nemen je leerlingen mee?
Je kunt werken met verschillende thema’s of voorwerpen. Vraag je leerlingen bijvoorbeeld een muziekfragment mee te nemen dat ze heel erg mooi vinden. Of vraag ze een foto mee te nemen met een bepaalde speciale herinnering. Of laat ze een tekst uitzoeken die ze mooi vinden als inspiratie voor het komende (school)jaar. Denk ook aan andere voorwerpen, die ze bijvoorbeeld bij de klas vinden passen, of die iets vertellen over hun weekend of vakantie. Bedenk iets wat op dit moment bij jouw leerlingen speelt.

Wat doe je met die voorwerpen in de klas?
Geef je leerlingen een gerichte opdracht: laat ze bijvoorbeeld in vijf zinnen iets over dit voorwerp vertellen, afhankelijk van het thema (waarom vind je dit mooi, wat is de herinnering, welke inspiratie haal je hieruit?). Of laat ze een elfje schrijven en deze voordragen (meer voor in de brugklas). Laat in ieder geval maar twee of drie leerlingen per les hun voorwerp presenteren. Echt als start van de dag dus: de eerste tien minuten van de les, een aantal lessen achter elkaar. Je geeft je leerlingen zo de kans meer over zichzelf te vertellen in een veilige omgeving: namelijk met jou als begeleider.

Een andere mogelijkheid is dat je jouw leerlingen in kleine groepjes laten praten over hun voorwerpen en het verhaal wat daarbij hoort. Zo zal er meer een dialoog ontstaan, in plaats van alleen een presentatie. Een leuke werkvorm als jouw leerlingen goed in staat zijn respectvol met elkaar te praten en discussiëren.

Organisatie?
Behandel elke les een aantal verhalen. Als je ervoor kiest om je leerlingen in groepjes te laten werken, laat ze dit dan ook een aantal lessen achter elkaar doen. Per les besteed je er zo’n tien minuten aan. Geef ze eventueel luistervragen mee: vragen die ze elkaar kunnen stellen over hun verhaal en voorwerp. Of laat ze deze vragen in een eerdere les voorbereiden. Zo kunnen de leerlingen één verhaal per les behandelen. Ook kun je ze na een aantal weken laten wisselen van groepje: zo komen ze weer met nieuwe verhalen in aanraking.

TIP: Wat helemaal leuk is, is als de leerlingen tijdens het vak Nederlands de voorbereiding van de luistervragen kunnen doen. De docent kan dan meteen aandacht besteden aan verschillende vraagtechnieken (doorvragen, open en gesloten vragen bijvoorbeeld).

Welke bijzondere verhalen kwamen bij jullie naar boven? Hoe werd dit ervaren als dagopening? Deel het hieronder met me, ik ben benieuwd!

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search