De theorie achter het lesmateriaal #2: basislessen, klus-, plus-, thuis- en in-de-vakles opdrachten

Gepubliceerd op: 29 juli 2015
Door: Martina Nieuwenhuis

Vaardigheden leer je door te doen en te oefenen. Op jouw niveau en in verschillende situaties. In ons nieuwe abonnement Tumult in de brugklas zitten daarom heel diverse opdrachten. Met deze opdrachten kun je op verschillende niveaus en in verschillende situaties werken aan vaardigheden. In deze blog leg ik aan de hand van theorie elk soort opdracht kort uit en vertel ik waarom we hiervoor hebben gekozen.

BHV-model
Leerlingen in een klas verschillen van elkaar, daar kunnen we niet omheen. Deze verschillen kunnen zitten in bijvoorbeeld intelligentie, aanleg en interesse voor een vak of voor bepaalde lesstof. Lastig om mee om te gaan als docent. Om toe te komen aan deze verschillen wordt in het nieuwe lesmateriaal van Tumult gebruik gemaakt van het BHV model: basis-, herhalings- en verrijkingsstof. De leerlingen kunnen hun eigen ‘route’ volgen door het materiaal en zo nodig een stapje terug of juist vooruit doen. Welke route een leerling doorloopt is afhankelijk van het niveau van de leerling.

Op de site van het SLO lees je meer over het BHV model en de criteria voor de leerdoelen en lesinhouden.

Zone van naaste ontwikkeling
Een leerling leert idealiter altijd op het niveau van zijn eigen ‘zone van naaste ontwikkeling’. Deze theorie (Zone of Proximal Development, ZPD) van Vygotsky gaat uit van het verschil tussen wat een leerling zonder hulp kan en wat een leerling met een beetje hulp nog meer kan. Dit eerste, wat een leerling zelf kan, is het actuele ontwikkelingsniveau van de leerling. Het laatste, wat een leerling met een beetje hulp nog meer kan, is de zone van naaste ontwikkeling. Door leerstof aan te bieden op dit niveau, wordt een leerling precies genoeg uitgedaagd. De leerstof moet nooit van een te laag of te hoog niveau zijn: leerling ervaren het leren dan of als ‘saai’, of als ‘onmogelijk’. Wat de zone van naaste ontwikkeling voor elke leerling is, kan dus verschillen. Het hierboven beschreven BHV-model is een mogelijk antwoord op dit differentiatieprobleem.

Basislessen-structuur-Tumult-in-de-Brugklas
In deze blog komen de deze onderdelen uit Tumult in de brugklas aan bod

Soorten opdrachten in Tumult in de brugklas
Het Tumultmateriaal bestaat uit basislessen, klusopdrachten, plusopdrachten, thuisopdrachten en in-de-vaklesopdrachten. De eerste drie passen binnen het BHV-model. Deze basislessen, klus- en plusopdrachten bieden de docent een goed handvat om te differentiëren. In een volgend blog (“Hoe werk je klassikaal en/of gedifferentieerd met het materiaal?”) worden drie modellen uitgelegd en tips gegeven over hoe je deze differentiatie praktisch kunt organiseren in je klas. Eerst een korte uitleg van de opdrachten zelf:

  • Deze lessen vormen (logischerwijs) de basis. Het is een directe vertaalslag van de doorlopende leerlijn, maar dan in praktische lessen. De lessen starten met een zogenaamde ‘aha-oefening’ om leerlingen het nut te laten inzien van het leren van deze vaardigheid. De kern van de les draait om één onderwerp. Als er meer onderwerpen bij deze vaardigheid horen, zijn er dus ook meerdere basislessen.
  • Onze vertaalslag van herhalingsstof uit het BHV model. Toch is de term ‘herhaling’ van het BHV-model misleidend. In de klusopdrachten wordt een stap terug gedaan ten opzichte van de basislessen. Geen één op één herhaling dus, maar extra begeleidende en sturende opdrachten. Bedoeld voor de leerling die extra oefening nodig heeft om de leerdoelen te halen.
  • De verrijkingsstof uit het BHV model. In de plusopdracht wordt een stapje extra gezet voor de leerling die de leerdoelen gehaald heeft en misschien zelfs vooruitloopt.

Thuisopdrachten
Elk hoofdstuk bevat ook een thuisopdracht. Ouderbetrokkenheid is belangrijk en heeft een positief effect op het functioneren van de leerling. Op de site van Wij Leren wordt op een overzichtelijke manier een aantal belangrijke wetenschappelijke artikelen aangehaald waaruit dit blijkt. De Onderwijsraad onderschrijft dan ook het belang van ouderbetrokkenheid in haar aanbevelingen.

Om hieraan tegemoet te komen leveren wij bij elke vaardigheid een thuisopdracht. Deze opdracht wordt samen met de ouders of opvoeders gemaakt en mee terug genomen naar de les. Bijkomend voordeel is dat de leerling de vaardigheid zo in een andere context herhaalt, waardoor hij/zij de vaardigheid sneller en beter onder de knie krijgt.

In-de-vaklesopdrachten
Deze opdrachten stimuleren het maken van een transfer van de geleerde vaardigheid. Transfer is het kunnen toepassen van het geleerde in een andere situatie en je bewust zijn van de mogelijkheid om het geleerde op andere momenten te gebruiken. Zeker bij vakoverstijgende vaardigheden is dit belangrijk, juist omdat deze zo divers inzetbaar zijn. Vandaar de in-de-vaklesopdrachten. Dezelfde vaardigheid, maar dan in een opdracht die bijvoorbeeld bij Frans of geschiedenis gedaan kan worden. Net als de thuisopdracht een herhaling van de vaardigheid in een andere context dus, maar dan binnen school.

Een grote diversiteit aan opdrachten, waarmee je zowel kunt differentiëren als de vaardigheid kunt herhalen. Wil je een voorbeeld van de opdrachten zien? Bekijk het inkijkexemplaar of vraag een beoordelingsexemplaar aan.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search