Docenten: maak het vaardighedenonderwijs belangrijk

Gepubliceerd op: 1 oktober 2012
Door: Cors van den Berg

Er is al veel gezegd over het belang van goed vaardighedenonderwijs. Maar wat kan je daar als docent nou aan doen? Vaardigheden als tekstbegrip, samenvatten, reflecteren, plannen en woordjes leren zijn ontzettend belangrijk. Als leerlingen deze vaardigheden beheersen zullen ze beter presteren in de vakles. Een timmerman gebruikt tenslotte ook zijn hamer (en niet zijn hand) om de spijkers in het hout te slaan. Hoe motiveer je de leerling om zijn hamer te gebruiken?

1. Upgrade de mentorles. Leerlingen (en vaak ook docenten) zien de mentorles als een uur voor gesprekjes en andere leuke dingen. Ook de studievaardigheden worden vaak in de mentorles gegeven. Maar voor studievaardigheden krijgen ze geen cijfer. Die les is dus niet belangrijk. Geef de mentorles daarom een upgrade. Studieles klinkt meer als een echt vak.

2. Zet de studieles op het rapport. Voor een echt vak kun je ook een cijfer geven. Of op z’n minst een vermelding op het rapport die er toe doet. Daarmee laat je aan de leerling zien dat het belangrijk is.

3. Beloon het gebruik van de studievaardigheden. Geef bijvoorbeeld extra punten bij een toets in de vakles voor de manier waarop de leerling de toets heeft aangepakt. Heeft hij de studievaardigheid toegepast? Dan krijgt hij extra punten.

4. Maak de transfer. Maar het beste is natuurlijk om de vaardigheden zo te organiseren dat de leerlingen automatisch begrijpen dat ze er baat bij hebben. Met andere woorden: zorg er voor dat ze begrijpen dat het in de vakles toepassen van de in de mentorles aangeleerde vaardigheden, leidt tot betere cijfers. Dat motiveert.

5. Maak de lessen leuk en interessant. Het motiveren van leerlingen begint met degene die voor de klas staat (dat geldt voor zowel de mentor als de vakdocent). Als hij uitstraalt dat hij het zelf belangrijk vindt en dat ook kan uitleggen aan zijn leerlingen, is dat een stap in de juiste richting. Begin de mentorles altijd met de studievaardigheden en houd daarna eventueel individuele gesprekjes met de leerlingen. Andersom is minder effectief.

6. Organiseer de transfer. Door een planning van de belangrijkste (studie)vaardigheden te maken, weet je zeker dat alle leerlingen het krijgen. Je kunt er zo ook voor zorgen dat de vakdocenten het stokje over kunnen nemen als een vaardigheid is aangeleerd. Maak ook gebruik van wat er in de vakles gebeurt, bijvoorbeeld een toets de leerlingen binnenkort moeten maken. Of juist een reflectie op een toets die geweest is.

7. Overleg! Misschien wel het allerbelangrijkste is dat er regelmatig wordt overlegd over wat er in de mentor- of studieles gebeurt. Daardoor kun je zien wat goed gaat en samen bespreken hoe iets beter kan. Een win/win situatie voor zowel de leerling als de mentor.

Hoe maak jij vaardighedenonderwijs op school belangrijk?

In deze tiendelige serie legt Cors van den Berg stap voor stap uit hoe je als docent kunt zorgen voor beter vaardighedenonderwijs. Volgende week: Deel jouw ideeën voor het vaardighedenonderwijs.

Misschien vind je dit ook interessant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Search